TED DEK K ER Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 3 12-12-11 10:12
7 Proloog Volgens de Boeken der Kronieken begon alles wat er na het jaar 2010 gebeurde, dus eigenlijk in het jaar 4036 na Christus. Het begon in de toekomst, niet in het verleden. Misschien een beetje verwarrend, maar het zal duidelijk worden wanneer je je eenmaal realiseert dat sommige dingen net zo afhankelijk zijn van de toekomst als van het verleden. De geschiedenis van de wereld was opgetekend in de Boeken der Kronieken, die alleen de waarheid registreerden van alles wat er ge - beurde. De aarde was in de eenentwintigste eeuw al eens vernietigd, in een Apocalyps die was voorzegd in de boeken van de vroegere pro - feten Daniël en Johannes, en die toen werden opgenomen in de Boe - ken der Kronieken. Maar de tijd om de geschiedenis te beëindigen, was nog niet rijp. En Elyon zette, in zijn enorme wijsheid, een nieuwe eerstgeborene op aarde neer, genaamd Tanis. Deze keer gaf Elyon de mens een voordeel. Wat ooit geestelijk en onzichtbaar was, was nu fysiek en zichtbaar. Alles wat goed en kwaad was, kon je nu zien en voelen en aanraken en proeven. Maar met het verstrijken van de tijd sloot de mensheid haar ogen voor wat echt was en werd blind voor de krachten die haar omringden. Er bleef echter een kleine groep rebellen over die ernaar verlangde om Elyon te zien zoals Hij ooit te zien was geweest. Ze werden geleid door een man die beweerde in zijn dromen de eenentwintigste eeuw te hebben gezien. Hij heette Thomas Hunter. En dit is zijn verhaal. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 7 12-12-11 10:12
8 0 De toekomst Chelise Hunter, de vrouw van Thomas Hunter, stond naast haar zoon Samuel en keek uit over de canyon die werd overspoeld door degenen die de woestijn waren overgestoken om bij de jaarlijkse Bijeenkomst te zijn. Het geluid van opzwepende drums echode langs de wanden van de kliffen; duizenden mensen dromden samen in groepen of dansten rond in kleine kringetjes terwijl ze op de laatste ceremonies wachtten, die een aanvang zouden nemen wanneer de zon achter de horizon verdween. De nacht zou vallen met kreten van instemming en ieder - een zou zich tegoed doen aan gebraden wilde zwijnen en de hoop koesteren op de bevrijding van hun grote vijand, de Horde. Maar Samuel, een strijder met een groot zwaard en een woeste blik, had zijn hoop duidelijk totaal ergens anders op gevestigd. Hij stond stil, maar ze wist dat de spieren onder de lederen borst- en armbe - scherming strak gespannen waren en hij in gedachten al in beweging was gekomen. Op weg naar het slagveld. De wind blies het haar uit Chelises gezicht en ze probeerde rustig te worden door gelijkmatig adem te halen. ‘Dat is onmogelijk, Samuel. Totale dwaasheid.’ ‘Is dat zo? Zeg dat maar eens tegen Sacura.’ ‘Die is het vrijwel zeker met me eens.’ Sacura, die drie dagen geleden nog moeder van drie was geweest, was nu moeder van twee. Haar zoon Richard van vijftien was door een verkennersgroep van de Horde gevangen genomen en opgehan - gen toen hij was achteropgeraakt bij de rest van de stam, op weg naar de Bijeenkomst. ‘Dan is zij de dwaas, niet ik.’ ‘Vind jij echt dat onze geweldloze aanpak niet meer is dan een wat onhandige strategie om de overhand te krijgen?’ vroeg Chelise. ‘Denk je dat de dood afstraffen met nog meer doden ons vrede zal brengen? Bijna Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 8 12-12-11 10:12
9 iedereen in de vallei behoorde ooit tot de Horde, inclusief ikzelf, mocht het nodig zijn je daaraan te herinneren. En nu wil je dus hun families opjagen omdat ze zich niet hebben bekeerd tot onze manier van leven?’ ‘Dus in plaats daarvan wilt u gewoon toelaten dat ze ons afslachten? Hoeveel van ons moeten ze nog vermoorden voor jullie die absurde liefde voor onze vijanden laten varen?’ Chelise kon deze dwarse praat niet langer aanhoren. Ze moest zich heel erg inhouden om hem niet ter plekke een klap in zijn gezicht te geven, maar ze besefte dat geweld gebruiken hem op dit moment al - leen maar zou sterken in zijn mening. En Samuel kennende, zou hij erom lachen. Ze wist hoe ze moest vechten, net als iedereen dat uit traditie had geleerd, maar naast Sa - muel was zij een vlinder en hij een arend. Chelise liet het rusten. Ten behoeve van Jake, haar jongste, moesten ze de weg van Elyon volgen. Ten behoeve van Qurong, leider van de Horde, en haar moeder. Ten behoeve van de wereld moesten ze zich vasthouden aan wat ze wisten, niet aan wat hun emoties van hen eis - ten. Als ze nu de wapens zouden opnemen, zouden ze alles waar de Cirkel voor stond door het slijk halen. Ze keek Samuel aan en zag dat zijn mouw omhoog was gekropen onder zijn linkerarmbescherming. Ze trok hem naar beneden en streek hem glad. ‘Het is moeilijk, ik weet het,’ zei ze terwijl ze een blik achterom wierp naar de drie bereden lijfwachten die achter hen ston - den te wachten. De groep om Samuel heen bestond uit enkele tiental - len strijders, die allemaal zijn haat deelden. Eerbare mannen die het zat waren om toe te moeten zien hoe geliefden stierven door de hand van de Horde. ‘Hij is een icoon, dat weten we allemaal. Maar ook al ben je zijn zoon, dat betekent nog niet dat je aan hem hoeft te tippen.’ Ze wilde hem een hart onder de riem steken, maar hij verstijfde en ze besefte dat haar woorden averechts werkten. ‘Niet dat je het gevoel hebt dat je aan Thomas hoeft te tippen, maar–’ ‘Dit heeft helemaal niets met Thomas te maken!’ beet hij haar toe terwijl hij een stap bij haar vandaan deed. ‘Niemand kan tippen aan iemand met zo’n geschiedenis. Ik maak me zorgen om de toekomst, niet om de een of andere idiote geschiedkundige band tussen twee werelden door die dromen van hem!’ Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 9 12-12-11 10:12
10 Vreemd dat hij begon over de periode dat Thomas beweerde dat hij via zijn dromen terug in de tijd was gereisd. Thomas had het daar namelijk tegenwoordig zelf nauwelijks meer over. ‘Vergeet zijn dromen. Mijn man is de leider van de Cirkel. Hij loopt rond met de last dat hij twaalfduizend harten dicht bij de waarheid moet zien te houden. En jij, zijn eigen zoon, wil dat ondermijnen?’ Samuel spande zijn kaakspieren. ‘De waarheid, moeder?’ zei hij scherp. Hij stak een hand uit in de richting van het zuiden, in de rich - ting van het Qurongi Bos, ooit beheerst door Thomas en de Garde, nu bewoond door haar vader, Qurong, leider van de Horde. ‘De waarheid is dat uw kostbare Horde ons haat en ons afslacht zodra ze ons zien.’ ‘Wat stel je dan voor?!’ riep ze uit. ‘Er op de avond van ons grootste feest vandoor gaan, op zoek naar een paar Scabs die waarschijnlijk alweer terug naar de stad zijn?’ Samuel liet zijn hand zakken en keek achterom naar zijn mannen. En toen weer naar het zuiden. ‘We hebben hem al.’ ‘Wie hebben jullie?’ ‘De Scab die de zoon van Sacura heeft vermoord. We houden hem gevangen in een canyon.’ Chelise wist even niet wat ze moest zeggen. Hadden ze een Scab gevangen? Wie had er ooit zoiets gehoord? ‘We gaan hem een rechtszaak geven in de woestijn,’ zei Samuel. ‘Om wat voor reden?’ ‘Zodat het recht zal zegevieren!’ ‘Je kunt hem niet doden, Samuel! De Bijeenkomst valt dan in het water! En ik hoef je niet te vertellen wat dat met je vader zou doen.’ ‘Met mijn vader?’ Hij keek haar aan. ‘Of met u, moeder, dochter van Qurong, hoogste leider van alles wat kwaadaardig en verachtelijk is?’ Chelise gaf hem een klap. Het was niet meer dan een platte hand tegen zijn wang, maar het klonk als een zweepslag. Samuel grinnikte. Ze wenste dat ze haar woede-uitbarsting terug kon nemen. ‘Sorry. Het spijt me. Dit was niet de bedoeling. Maar je hebt het wel over mijn vader!’ ‘Ja, dat was wel de bedoeling, moeder.’ Hij draaide zich om een beende naar zijn paard toe. ‘Waar ga je heen?’ Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 10 12-12-11 10:12
11 ‘Een rechtszaak openen,’ zei hij. ‘Breng hem dan in elk geval hierheen, Samuel.’ Ze begon achter hem aan te lopen, maar hij zwaaide zijn been al over zijn paard. ‘Denk na!’ ‘Ik heb al te veel nagedacht.’ Hij keerde zijn paard en liet dat langs zijn mannen lopen, die op hun beurt ook hun paard keerden. ‘Het wordt tijd dat we in beweging komen.’ ‘Samuel…’ ‘Houd dit tussen ons, goed?’ zei hij terwijl hij een blik over zijn schouder wierp. ‘Ik zou het vreselijk vinden om een domper op de feestvreugde te zetten.’ ‘Samuel! Houd hiermee op!’ Hij gaf zijn paard de sporen en liet haar achter met het wegster - vende geluid van galopperende hoeven. Lieve Elyon… de jongen zou hun ondergang nog worden. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 11 12-12-11 10:12
12 1 Thomas Hunter stond naast zijn vrouw Chelise naar de ondiepe ca - nyon te kijken waarin zich zeker drieduizend volgelingen van Elyon bevonden. Ooit hadden ze zichzelf allemaal in de rode meren ver - dronken om van de schilferziekte af te komen die de huid van ieder - een in de Horde bedekte. Het naspelen van de Grote Bruiloft had een uur geduurd en het laatste Saluut, dat de Bijeenkomst naar een nacht lang uitbundig fees - ten zou voeren, stond voor de deur. Zoals de gewoonte was, gingen zowel hij als Chelise gekleed in het wit, omdat Elyon in het wit zou komen. Zij had lelies in haar haar en een lange, uit zijde gesponnen avondjurk aan, en hij een gebleekte tuniek, rood geverfd bij de kraag om hen te herinneren aan het bloed waarmee deze bruiloft was betaald. Dit was hun grote romance en er zouden in heel de vallei geen dro - ge ogen te vinden zijn. Zes maagden die ook in het wit gekleed gingen, zaten op hun knie - en met hun gezicht naar Thomas en Chelise toe en zongen het Grote Bruiloftslied. Hun mooie, hunkerende stemmen vulden de vallei toen ze het refrein in een melodische eenheid ten gehore brachten, hun gezichten oplichtend met een vurige wanhoop. U bent Mooi… zo Mooi… Mooi… Mooi … De drums verhieven het refrein tot een crescendo. Milus, een van de oudere kinderen, had eerder die avond hun geschiedenis verteld, met een daverend applaus tot gevolg. En nu vertelde Thomas vanuit zijn eigen ervaringen wat hen hier had gebracht. Tien jaar geleden hadden de meeste mensen hier deel uitgemaakt van de Horde, geknecht door de ziekte van Teeleh. De rest was Bosbe - woner geweest en had de ziekte op afstand weten te houden door elke dag één keer in Elyons meren te baden, zoals hij had bevolen. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 12 12-12-11 10:12
13 En toen was de Horde onder leiding van Qurong de bossen bin - nengevallen en hadden ze de meren verontreinigd. Iedereen had zich overgegeven aan de schilferziekte, die de geest misleidde en de huid liet openbarsten. Maar Elyon had voorzien in een nieuwe manier om de kwaadaar - dige ziekte te verslaan: elke Scab moest zichzelf eenvoudigweg ver - drinken in een van de rode meren. De ziekte zou dan afgewassen worden en nooit meer terugkeren. Degenen die ervoor kozen om te verdrinken en die daardoor nieuw leven vonden, werden door de Horde albino’s genoemd, omdat hun huid, of die nu licht of donker was, helemaal glad was. De albino’s vormden een Cirkel van vertrouwen en volgden hun leider, Thomas van Hunter. Maar de Horde verdeelde zich in twee rassen: Volbloed Horde, die altijd al de schilferziekte hadden gehad, en halfbloeden, die eerst Bosbewoners waren geweest, maar die Scabs waren geworden nadat Qurong de bossen was binnengevallen. De volbloed Horde minachtte en vervolgde de halfbloeden, omdat die ooit Bosbewoner waren ge - weest. Eram, een halfbloed, was gevlucht voor de vervolging door Qurong en had alle halfbloeden opgeroepen om hem diep de noordelijke woestijn in te volgen, waar ze een bestaan leidden als Horde, maar vijanden waren van Qurong. Er gingen geruchten dat het er bijna een half miljoen waren. De afscheidingsbeweging die Eram was gevolgd, werd de Eramieten genoemd, overblijfselen van de gelovigen die al net zoveel last hadden van de ziekte als elke andere Scab. Ze leden allemaal onder de nare, stinkende ziekte die hun huid bedekte en hun verstand benevelde. Thomas wierp een zijdelingse blik op zijn bruid. Nu hij zo naar Chelises gladde, gebruinde kaaklijn keek… Haar heldere, smaragd - groene ogen waren ooit grijs geweest. Haar lange blonde haar was ooit een bos klitterige dreadlocks geweest die was gesmoord in morstpasta om de stank van de schilferziekte te maskeren. Chelise, die hem de jongste van zijn drie kinderen had gebaard, was een toonbeeld van volmaakte schoonheid. En op zoveel manieren waren ze allemaal mooi, net zoals Elyon mooi was. Mooi, Mooi, Mooi . Ze hadden ooit allemaal Elyon verloochend, hun maker, hun ge - Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 13 12-12-11 10:12
14 liefde, de schrijver van de Grote Romance. Nu waren ze de Cirkel, grofweg twaalfduizend mensen die in nomadische stammen leefden, op de vlucht voor de jagers van de Horde, die op hun dood uit waren. Ten noordwesten van Qurongi Stad, in een ondiepe canyon met de naam Paradose Vallei, waren er drieduizend samengekomen. Ze deden dit elk jaar om hun trouw aan Elyon tot uitdrukking te brengen en hun passie voor hem te vieren. Ze noemden het de Bijeenkomst. Dit jaar zouden er vier Bijeen - komsten plaatsvinden, in de buurt van vier bossen: in het noorden, in het zuiden, in het oosten en in het westen. Als ze alle twaalfdui - zend tegelijk door de woestijn naar één plek zouden trekken, vanaf de plaatsen waarheen ze zich hadden verspreid, zou dat veel te veel risico’s met zich meebrengen. Thomas keek naar de drieduizend mensen die voor hem in een enorme halve cirkel op de grond en op de rotsen zaten. Nadat het drie dagen erg laat was geworden, en de lange dagen gevuld waren met gelach, gedans en ontelbare omhelzingen, keken ze nu in stilte met grote ogen naar hem op. Links van hem knetterde een groot vreugdevuur, dat bewegende schaduwen over hun aandachtige blikken wierp. Rechts van hem glinsterde een rode poel, zwart door de nacht – een van de zevenen - zeventig stuks die ze door het hele land heen hadden gevonden. De verborgen canyon werd omgeven door kliffen, waarin zich slechts twee doorgangen van vier paarden breed bevonden. De toppen van de kliffen werden bemand door bewakers, die de woestijn om hen heen zorgvuldig afspeurden naar de Horde. Hoe vaak waren leden van de Cirkel de afgelopen jaren niet ontdekt en massaal afgeslacht? Te vaak om op te noemen. Maar ze hadden er - van geleerd, waren diep de woestijn in getrokken, hadden de bewegin - gen van de Horde in de gaten gehouden en zich onzichtbaar gemaakt in de vele canyons. Ze waren zelfs zo onzichtbaar geworden dat de Horde de Cirkel tegenwoordig vaak aanduidde met geesten. Maar Thomas wist dat het grootste gevaar ondertussen niet meer bij de Horde schuilde. Er smeulde verraad in de Cirkel. Er snoof een paard in de kraal om de hoek achter Thomas. Het vuur knapte en knetterde, en hongerige vlammen lekten aan de hit - Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 14 12-12-11 10:12
15 tegolven die ze in de koele avondlucht achterna zaten. De ademhaling van duizenden lichamen kwam tot rust in de betovering van het lied van de maagden. Nog steeds geen teken van zijn oudste zoon, Samuel. De laatste toon van het lied stierf weg in een echo en er viel een stilte over de Bijeenkomst toen de meisjes zich langzaam terugtrokken in de menigte. Thomas hief zijn grijze beker op en vulde hem tot aan de rand met Elyons rode, genezende water uit de poel. Als één man hieven de volgelingen van Elyon hun beker naar hem op en hielden die op ooghoogte. Het Saluut. Hun blikken hechtten zich aan die van hem, sommige vastberaden om trouw te blijven, veel nat van de tranen van dankbaarheid voor het enorme offer dat de poe - len rood had gekleurd. De leiders stonden links van hem. Mikil en Jamous, haar man, naast elkaar, hun bekers opgeheven, hun blik recht vooruit, wachtend op Thomas. Susan, een van de vele gekleurde albino’s, en haar geliefde, Johan, die een machtig krijger was geweest – een machtig krijger was – grepen elkaars hand en keken naar Thomas. Marie, zijn dochter van zijn eerste vrouw, die nu bij Elyon was, stond naast zijn jongste kind, Jake, die een maand geleden vijf gewor - den was. Waar was de tijd gebleven? De laatste keer dat hij adem - haalde, was Marie nog zestien; nu was ze opeens vijfentwintig. Er zouden jaren geleden al zeker honderd jongens met haar getrouwd zijn geweest als Thomas niet zo duf was geweest, zoals ze dat zei. Op haar achttiende had Marie haar interesse in jongens verloren en had met Samuel het verkennen opgepakt. Haar verloving met Vadal, de donkere man naast haar, was pas van de grond gekomen nadat ze haar oude passies vaarwel had gezegd. Maar Samuel joeg die van hem nog steeds na, met genoeg geestdrift om Thomas soms tot in de kleine uurtjes uit zijn slaap te houden. En nog steeds geen teken van leven van zijn zoon. Hij was al een dag weg. De Cirkel wachtte en hij liet het moment voortduren tot de span - ning bijna te veel werd. Een aanwezigheid verwarmde zijn nek met een verwachtingsvolle gloed. Ze konden hem niet zien, hadden hem ook heel wat jaren niet gezien, maar Elyon was vlakbij. Elyon – als de jongen, als de strijder, als de leeuw, het lam, de le - Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 15 12-12-11 10:12
16 vensschenker en geliefde van allemaal. Hun Grote Romance was voor hem. Hij had zijn leven voor hen gegeven en zij voor hem. Ze droegen allemaal het symbool dat hun eigen geschiedenis ver - tegenwoordigde, een medaillon of een tatoeage in de vorm van een cirkel, met een groene buitenrand om het begin aan te geven, het leven van Elyon. En dan een zwarte cirkel ter herinnering aan de enorme klap die het kwaad hun had toegebracht. Twee rode stroken kruisten elkaar over de zwarte cirkel, de dood die leven bracht in het rode water. En in het midden bevond zich een witte cirkel, omdat er geprofe - teerd was dat Elyon terug zou komen op een wit paard om zijn bruid te redden van de draak Teeleh, die haar dag en nacht achterna zat. Spoedig, dacht Thomas. Elyon moest spoedig komen. Als hij dat niet deed, zou de Cirkel uit elkaar vallen. Ze zwierven al tien jaar door de woestijn, als op drift geraakte Israëlieten zonder thuis. Tij - dens dit soort feesten, omringd door zang en dans, kenden ze allemaal de waarheid. Maar wanneer het gezang eenmaal was weggestorven… hoe snel vergaten ze die dan weer. En toch hield hij hun aandacht gevangen, drie minuten nu, en geen man, vrouw of kind boven de twee jaar zei iets. Zelfs de kleintjes leken te begrijpen dat ze het hoogtepunt van het drie dagen durende feest hadden bereikt. Later zouden ze smullen van de vijftig wilde zwijnen die ze hadden geslacht en boven de vuren achter in de canyon aan het roosteren waren. Ze zouden zingen en dansen en grote verhalen ophangen over van alles en nog wat. Maar ze wisten allemaal dat alles waar ze van genoten, elke hoop die hun hart vulde, elk moment van liefde en vrede stevig gegrondvest waren op de woorden die Thomas nu zou uitspreken. Zijn zachte stem vulde de canyon met een zelfvertrouwen dat de mensen de rillingen over hun rug deed lopen. ‘Geliefden van Elyon, die in de meren zijn verdronken en die leven hebben gekregen, dit is onze hoop, onze passie, onze enige ware reden om te leven.’ ‘Het is waar wat hij zegt,’ zei Chelise met een ijle stem die werd ver - stikt door de emoties. De drieduizend reageerden tegelijk: ‘Hij spreekt de waarheid.’ Hun zachte stemmen rommelden door de vallei. Ze kenden heel wat namen voor Elyon: de Schepper, die hen had Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 16 12-12-11 10:12
17 gevormd; de Strijder, die hen ooit had gered; de Gever van gaven, die hun het fruit had gegeven dat hen genas en hen gezond hield. Maar ze hadden enkele jaren geleden afgesproken om hem eenvoudigweg Elyon te noemen, toen een ketter uit een van de zuidelijke stammen begon te verkondigen dat Thomas zelf hun redder was. Thomas zei nu krachtiger: ‘Hij heeft ons gered. Hij heeft ons het hof gemaakt. Hij heeft ons overladen met meer vreugde dan we in ons leven aankunnen.’ ‘Het is waar wat hij zegt,’ zei Chelise weer. De reactie van het volk spoelde als een golf over Thomas heen en nam in kracht toe. ‘Hij spreekt de waarheid.’ ‘En nu wachten we op de terugkeer van onze koning, de prins en strijder die van ons hield toen we nog deel uitmaakten van de Horde.’ ‘Het is waar wat hij zegt!’ ‘Hij spreekt de waarheid!’ ‘Ons leven is van hem, geboren in zijn wateren, gereinigd door het bloed dat we nu naar de hemel opheffen!’ Thomas bulderde nu elk woord. En Chelises kreet viel hem bij. ‘Het is waar wat hij zegt!’ ‘Hij spreekt de waarheid!’ Hun stemmen stroomden over de randen van de canyon heen en moesten op deze stille avond een kilometer verder nog te horen zijn. ‘Vergeet Elyon niet, broeders en zusters van de Cirkel! Leef voor hem! Maak de bruid gereed, maakt u klaar voor het feest, want hij is in ons midden!’ ‘Het is waar wat hij zegt.’ Het volume steeg tot een oorverdovend niveau. ‘Hij spreekt de waarheid!’ ‘Ik spreek de waarheid.’ ‘Hij spreekt de waarheid!’ ‘Ik spreek de waarheid.’ ‘Hij spreekt de waarheid!’ Stilte. ‘Drink ter nagedachtenis. Op de Grote Romance. Op Elyon!’ Deze keer was hun reactie niet meer dan een gefluister, een uiting van diep ontzag, alsof elke lettergreep even kostbaar was als het rode water in hun handen. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 17 12-12-11 10:12
18 ‘Op Elyon.’ Thomas sloot zijn ogen, bracht de beker naar zijn lippen, kantel - de hem en liet het koele water zijn mond in lopen. Het rode vocht stroomde om zijn tong en sijpelde zijn keel in, waarbij het een kope - ren nasmaak achterliet. Hij wachtte tot de eerste paar druppels zijn buik verwarmden en nam toen een grote slok, waardoor zijn mond en keel helemaal volliepen met het genezende water. Dit water was lang niet zo sterk als het groene water dat ooit had gestroomd door Elyons aanwezigheid. En het had ook niet dezelfde genezende kwaliteiten van het fruit dat aan de bomen rond de poelen hing, maar het schonk vreugde en plezier. Hij nam drie grote slokken van het kostbare water, waarbij er iets langs zijn kin liep, liet de beker weer zakken, maakte zijn keel leeg door een laatste keer te slikken en keek toen omhoog. ‘Op Elyon!’ Als één man liet de Cirkel de bekers zakken, als uitgedroogde strij - ders die hadden genoten van een glas bier, en bulderde naar de nach - telijke hemel. ‘Op Elyon!’ En met die kreet ging het feest van start. Thomas keerde zich naar Chelise toe, trok haar met zijn vrije arm naar zich toe en kuste haar op haar natte lippen. Zeker duizend stemmen juichten, gevolgd door het pulserende gejoel van de ongetrouwde meisjes en hun hoopvolle aanbidders. Chelises gelach vulde zijn oren toen hij zich met een ruk omdraaide naar de menigte, zijn beker opgeheven. Hij trok haar naar voren, zodat iedereen zijn bruid kon zien. ‘Is hier iemand die het waagt om niet lief te hebben zoals Elyon ons al - lemaal liefhad? Zou iemand hier de ziekte kunnen vergeten die ons overdekte?’ Thomas keek Chelise aan met een glimlach die zijn liefde niet genoeg tot uitdrukking kon brengen en zei poëtisch: ‘Welk een schoonheid, welk een genoegen, welk een bedwelmende liefde heeft hij mij gegeven voor mijn eigen vlees. In plaats van de stank die ooit mijn neusgaten vulde, heeft hij me deze zoete geur gegeven. Een prin - ses die ik mag dienen. Ze verdooft mijn geest met duizelingwekkende beelden van onuitsprekelijke schoonheid.’ Ze wisten allemaal dat hij het over Chelise had, die de prinses van de Horde was geweest, de dochter van Qurong. En nu was ze de bruid Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 18 12-12-11 10:12
19 van Elyon, Thomas’ geliefde, de drager van zijn jongste zoon, die naast Marie vol bewondering naar hem opkeek. ‘Hij spreekt de waarheid,’ zei Johan grinnikend. Hij nam een slok uit zijn beker en boog het hoofd. ‘Hij spreekt de waarheid,’ reageerde de menigte, gevolgd door nog meer geroep en het heffen van de bekers. Ook Johan had niet lang geleden deel uitgemaakt van de Horde, nadat hij honderden – voor het allemaal voorbij was zelfs duizenden – van Elyons volgelingen had gedood. Thomas hief zijn beker op in de richting van de menigte, waarbij hij niet eens lette op de vloeistof die eruit klotste. Er waren zevenen - zeventig poelen met het rode water en geen enkele daarvan leek ook maar een druppel op te drogen. ‘Op de Horde.’ ‘Op de Horde!’ En ze dronken nog eens, laafden zich aan het bedwelmende water – het begin van wat een daverend en geweldig feest leek te worden. ‘Ja, vader.’ De mannenstem kwam van rechtsachter. Het schorre, onmiskenbare geluid van Samuel. ‘Op de Horde.’ Thomas liet zijn beker zakken en draaide zich om. Zijn zoon zat op zijn paard en doorboorde hem met zijn heldergroene ogen. Hij zat in perfecte houding in het zadel en bewoog met het dier mee alsof hij erop geboren en getogen was. Zijn donkere haar viel tot op zijn schouders, verwaaid door een snelle rit. Er zat zweet en rode modder vastgekoekt op zijn wangen en op die van zijn mannen; over zijn ge - zicht en hals liepen donkere strepen. Zijn lederen borstpantser stond open, zodat de koele avondlucht langs zijn borst streek. Hij had de neus en de ogen van zijn moeder. Er welde trots op in Thomas’ hart. Samuel mocht dan afgedwaald zijn, maar het leek of hij naar zichzelf stond te kijken, vijftien jaar geleden. De hoeven van de hengst echoden door de canyon toen hij de licht - kring van de vuren in stapte, gevolgd door drie, toen vijf en uiteinde - lijk negen strijders die samen met Samuel de wapens hadden opge - pakt. Ze gingen allemaal gekleed in dezelfde uitrusting als de Garde, die allang was opgeheven, omdat de Cirkel elf jaar geleden de wapens had afgelegd. Alleen wachtposten en verkenners droegen nog leren Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 19 12-12-11 10:12
20 beschermstukken om zich te beschermen tegen pijlen en zwaarden. Maar Samuel… er leek niets tot die dikke schedel van hem door te dringen. Zijn zoon liet zijn paard halt houden door een zacht rukje aan de teugel te geven. Zijn volgelingen stopten achter hem in een dichte formatie die geen zwakke flank openliet – standaard Gardeprotocol, door hemzelf bevolen. Samuel en zijn groep bewogen zich met het gemak van ervaren strijders. Uit de menigte werden hier en daar wat aanmoedigingen geroepen naar de man die zonder erop te reageren zijn blik over hen heen liet glijden. ‘Samuel! Elyons kracht, beste jongen!’ Een korte stilte. ‘Zorg dat die smeerlappen hun hol niet uitkomen, Samuel!’ De opmerking weerspiegelde nog steeds niet de algemene opinie, maar de sentimenten verschoven wel steeds meer in die richting. Tho - mas was zich er maar al te goed van bewust dat het in verscheidene clans rommelde. ‘Blij dat je gekomen bent, Samuel,’ zei Thomas, die zijn beker ophief in de richting van zijn zoon. Samuel keek Chelise recht aan, liet zijn hoofd toen heel even han - gen en richtte zijn blik daarna weer op de drieduizend mensen die in het natuurlijke amfitheater waren samengekomen. ‘Op de Horde!’ riep hij. ‘Op de Horde.’ Slechts de helft nam de kreet over. De rest, inclusief Thomas, hoorde het scherpe randje in zijn stem. ‘Op die stinkende, rottige Horde die onze kinderen afslacht en hun smerige ziekte door onze bossen verspreidt!’ riep Samuel uit, zijn stem nu vol bitterheid. Er waren er maar een paar die reageerden. ‘Die stinkende, rottige H o r d e .’ ‘Onze vrienden van de Horde verontschuldigen zich voor het do - den van een van onze kinderen, drie dagen geleden. Ze hebben ons een geschenk gestuurd om hun spijt te betuigen en dat heb ik meege - nomen naar onze Bijeenkomst.’ Samuel stak zijn hand uit, de palm naar boven. Petrus, zoon van Jeremiah, gooide een donker voorwerp naar hem toe en Samuel griste het uit de lucht alsof het een waterzak was die gevuld moest worden. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 20 12-12-11 10:12
21 Hij gooide het ding op de grond. Het voorwerp stuiterde een keer en rolde naar een plek waar de gloed van de vuren de buit tot in het klein - ste detail verlichtte. Het was een hoofd. Een mensenhoofd. Een hoofd van de Horde, met lange dreadlocks en overdekt met de ziekte. Er gleed een koude rilling over Thomas’ rug. Dit, dacht hij, was het begin van het einde. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 21 12-12-11 10:12
22 2 Er werd niet naar adem gehapt en er werd niet gegild. Er viel alleen een beladen stilte. Geweld was hun geen van allen vreemd. Maar in de Cirkel was het nemen van een leven, Scab of albino, strikt verboden. Dit… dit leek op een executie. Uitgevoerd door zijn eigen zoon. Op dat moment hoorde Thomas alleen nog het bonken van zijn eigen hart. Vadal, zoon van Ronin, een van de eersten die was verdronken, struikelde naar het afgehakte hoofd toe en staarde er vol ongeloof naar. Elk restje feestvreugde was ondertussen vervlogen. Hij keerde zich met een ruk naar Samuel toe. ‘Ben je gek gewor - den?!’ ‘Dit hoofd is van de man die Richard, de zoon van Sacura, heeft op - gehangen. We hebben hem te pakken gekregen, hem berecht en hem schuldig bevonden. Hij kreeg de doodstraf.’ Vadal priemde met een vinger in de richting van het hoofd aan zijn voeten. ‘Doe niet zo stom. Als je hen doodt, zou je net zo goed één van hen kunnen worden. Is dit jouw idee?’ ‘Dit, bazelende idioot, is het werk van Elyon,’ zei Samuel rustig. ‘We zuiveren de wereld van degenen die hem minachten.’ ‘Om net zoals zij te worden?’ wierp Vadal tegen. ‘Zie ik eruit als een Scab? Ben ik – nu ik blijkbaar de liefde van Elyon zelf heb onteerd, zoals jij beweert – van top tot teen overdekt met de ziekte die de ongelovigen kenmerkt? Heeft hij me zijn genezing onthouden?’ Thomas greep in voor dit uit de hand zou lopen. ‘Je hebt duidelijk gemaakt hoe je erover denkt, Samuel. Neem dan nu je buit mee, be - graaf die ergens ver weg en keer dan terug naar ons feest.’ ‘Dat is niet echt wat ik in gedachten had.’ Thomas voelde dat zijn geduld opraakte. ‘Kom van dat paard af. Raap dat hoofd op. Stap weer op je paard. En verdwijn!’ Er gleed een scheve grijns over Samuels gezicht. ‘Kijk, daar is de Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 22 12-12-11 10:12
23 vader weer zoals ik hem ooit kende. Commandant van de Garde. De wereld huiverde ooit bij het horen van uw naam.’ ‘En nu huivert die bij het horen van de naam van een ander.’ ‘Is dat zo? Die van Elyon? En waar is Elyon dan tegenwoordig?’ ‘Stop daarmee!’ beet Chelise hem toe. Ze liet de arm van Thomas los en deed een stap in Samuels richting. ‘Hoe durf je zo schaamteloos over je Maker te praten?’ ‘Ik spreek alleen maar uit wat iedereen allang denkt. De Horde lief - hebben? Hoezo? Ze haten ons, ze vermoorden ons en ze veroorzaken alleen maar angst. Ze zouden deze hele samenkomst zonder proble - men platwalsen als ze zouden kunnen. We zijn de stront onder de zolen van hun laarzen en dat zal altijd zo blijven.’ ‘Jij hebt zelf ooit deel uitgemaakt van de Horde, onbeschaamde vlerk!’ wierp Chelise hem toe. Samuel liet zijn paard om het afgehakte hoofd heen lopen. Zijn man - nen bleven staan waar ze stonden, een groep strijders die net genoeg bloed hadden geproefd om er dorst van te krijgen. ‘Geloven wij niet dat er spoedig een tijdstip zal aanbreken waarop Elyon dit hele land, inclusief de Horde, zal vernietigen en ons uiteindelijk zal redden?’ Stilte. ‘Er zijn tien jaar voorbijgegaan zonder een duidelijk teken dat Elyon zelfs maar in de buurt is en zich erop voorbereidt om ons te redden. En jullie hebben het te druk met wegrennen en je te verbergen voor dat Hordebeest Qurong om je af te vragen waarom.’ ‘Dat beest is mijn vader!’ riep Chelise uit. ‘Ik zou desnoods voor hem willen sterven. En dan wil jij hem doden?’ Samuel deed er maar heel even het zwijgen toe. ‘Qurong, de opper - ste leider, die heeft gezworen onze kinderen af te slachten? De Scab die nachtenlang loopt te ijsberen, vergiftigd door bitterheid over het feit dat zijn eigen dochter hem heeft verraden door te verdrinken? Die Qurong? Degene door wie u zo geobsedeerd bent omdat hij u heeft ver - wekt?’ Hij zei het op zachte toon, die als een vlijmscherp mes door het nachtelijk duister sneed. ‘U houdt meer van uw vader dan van een van ons, moeder. Als dit zijn hoofd was, waren we misschien eindelijk vrij.’ Samuel was altijd al bitter gestemd geweest door Chelises liefde voor haar vader, maar hij had het nooit zo duidelijk onder woorden gebracht als nu. Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 23 12-12-11 10:12
24 Vadal sprak voor Chelise, die op dit moment zo verschrikkelijk kwaad was, dat het erop leek dat ze er geen woord uit kon krijgen. ‘Dit is ketterij. Je hebt niet het recht om–’ ‘Ik heb in een canyon dertig kilometer hiervandaan het hoofd van deze Scab afgehakt,’ zei Samuel, die Vadal eenvoudigweg negeerde. ‘We hebben hem in de val laten lopen en mijn zwaard scheidde met één nette zwaai zijn hoofd van zijn romp. Dat was het meest bevredi - gende wat ik in mijn leven heb gedaan.’ ‘Samuel!’ Dat kwam bij Marie vandaan, die met rood aangelopen hoofd en een boze blik haar broer aankeek. Thomas vocht tegen de vreselijke neiging om de jongen aan te vlie - gen en hem op zijn falie te geven tot hij om genade zou smeken. Maar hij wist zich te beheersen. Samuel gooide eruit: ‘Oorlogvoeren is toegestaan. Ik zou zeggen, laten we het erop wagen. Al sinds mijn vijftiende sluip ik om de Horde heen en heb ik me onder hen gewaagd, en ik kan jullie verzekeren dat als we hen met vijfduizend strijders aanvallen, ze de dag zullen betreu - ren waarop ze ooit iemand van ons hebben gedood.’ ‘Elyon verhoede het!’ hijgde Vadal. ‘Als Elyon zo vriendelijk wil zijn om me te vertellen dat ik ernaast zit, dan neem ik met plezier alles terug. We zeggen dat het kwaad ons op de huid zit, dat de ziekte op de huid van de Horde Elyons vloek is. Dus waarom ben ik dan nog steeds ziektevrij, terwijl ik een vreselijke zonde zou hebben begaan door deze Scab te doden, behalve als Elyon het ermee eens is? Tot hij duidelijk maakt dat ik ernaast zit, hunkert mijn hart naar de tijd dat we de strijd aangingen, twintig tegen één, en we het zand rood kleurden met hun bloed.’ ‘Dit is heiligschennis!’ ‘Wat is heiligschennis?’ wierp Samuel tegen. ‘Wat Elyon zelf ons heeft verteld, of wat mensen zeggen dat hij heeft verteld? Heeft een van jullie de laatste tijd nog specifieke instructies van Elyon gehad? Of zijn jullie allemaal te dronken van zijn vruchten en zijn water om op te merken dat hij er niet is?’ ‘Dit…’ De stem van Vadal beefde van woede. ‘Dit is klinkklare non - sens!’ ‘Er is een tijd geweest dat we het heengaan van elke ziel vierden, omdat we geloofden dat ze naar een betere plaats gingen. Maar nu Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 24 12-12-11 10:12
25 rouwen we. Waarom? Waar is Elyon en waar is die betere plaats?’ Geen van hen kon ontkennen dat ze een klein beetje anders tegen de dood aan waren gaan kijken. ‘We verlangden altijd naar de dag van Elyon en klampten ons vast aan de hoop dat hij elk moment over de heuvels aan kon komen dra - ven om ons voor eens en voor altijd te redden. En nu verlangen we alleen nog maar naar de dag van de Bijeenkomst, waar we kunnen drinken van het water en eten van de vruchten en dansen tot we erbij neervallen, tot diep in de nacht. De Grote Romance is ons wonder - middel geworden, een plek om ons te verbergen voor de wereld.’ ‘Je praat wartaal.’ ‘Ik stel voor dat we de tijd van onze overwinningen terugbrengen! Versnel de dag van Elyons wederkomst. Vecht tegen Qurong op de manier waarop de Eramieten dat doen.’ ‘Dan zul je eerst langs mij moeten,’ zei Vadal. Samuel draaide zijn paard op zijn achterpoten om de man recht aan te kijken. Zijn hengst snoof protesterend. ‘Het zij zo.’ En luid tegen de hele menigte: ‘Er is mij verteld dat de volgelingen van Eram ook de uitdaging aangaan, net zoals wij ooit. Ik daag Vadal van Ronin uit voor een gevecht, zoals vroeger ons gebruik was. Dat is nog steeds geoorloofd.’ Was dat zo? Thomas voelde dat zijn maag zich omkeerde. ‘Ik ga de uitdaging aan,’ beet Vadal hem toe. ‘Tot de dood.’ ‘Stop hiermee!’ riep Chelise uit. En toen, op zachtere toon: ‘Ik heb je hiervoor gewaarschuwd, Samuel.’ ‘Is dat zo? Ons heersende dogma keurt geweld tegen de Horde af,’ zei Samuel, ‘maar wat zegt het over de uitdaging? We praten hele nachten over de heldendaden die achter ons liggen: Elyon dit, Thomas dat… Ik zou zeggen, laat die heldendaden maar zien. Elyon zal degene die de waarheid spreekt redden, zoals hij ooit ook deed.’ Diep onder die opmerking lag een waarheid begraven die Thomas inwendig de koude rillingen bezorgde. Vlak voor hun neus bevond zich de grootste bedreiging voor alle waarheid. En het kwam ook nog eens uit de mond van zijn eigen zoon. Maar Thomas was te verbijsterd om te reageren. Dit was zijn eigen zoon! Chelise fluisterde op dringende toon zijn naam en hij zag dat ze Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 25 12-12-11 10:12
26 hem strak aankeek, hem met haar blik smeekte om Samuel tegen te houden. In plaats daarvan zocht Thomas met zijn ogen steun bij Ronin en Johan. William, Mikil, Jamous – wie dan ook. Maar die wachtten al - lemaal op wat hij ging doen. Waren ook zij het zat om te wachten op een wederkomst die al langer op handen was dan ze aankonden? Zou dat de bron van hun aarzeling zijn? Samuel was niet de enige die zich afvroeg of Elyon inderdaad spoe - dig terug zou komen om zijn ‘bruid’ op te halen. Hij had tenslotte toegestaan dat ze klap na klap te verwerken kregen zonder ook maar een vinger naar hen uit te steken. Wat had je eraan om zonder ziekte te leven als je continu op de vlucht was en er de spot met je werd ge - dreven? Thomas’ blik kruiste die van Ronin. ‘Ronin?’ De geestelijk leider van de clan van Thomas fronste zijn voorhoofd en bestudeerde toen zijn zoon Vadal en Samuel. ‘Al heel lang heeft niemand in de Cirkel iemand anders uitgedaagd. Niet dat ik weet, tenminste. Het is belachelijk.’ ‘Maar is het verboden?’ drong Samuel aan. Chelise gooide beide handen in de lucht. ‘Dit is inderdaad belache - lijk. Puur haantjesgedrag om je gelijk te bewijzen. En tot de dood ?’ Ze draaide zich om naar de anderen. ‘Kom op, Mikil! Johan, ik kan me niet voorstellen dat jij denkt dat dit door de beugel kan.’ ‘Dit is absurd,’ reageerde Mikil, en Johan was het met haar eens, maar verder kwam geen van twee in actie. De angst in Thomas’ maag - streek verspreidde zich. Waarom sprintten ze niet als één man naar Samuel toe om hem als teken van protest uit zijn zadel te rukken? Doolde er in hun hart ook een lichte twijfel rond? Maar toch niet bij allemaal?! Samuel maakte dankbaar gebruik van hun aarzeling. ‘Heeft Elyon ooit niet toegestaan dat we geweld gebruikten? Is hij van gedachten veranderd? Verandert Elyon van gedachten? Tjongejonge, wat heb ik een stomme fout gemaakt! Ik zal het meteen rechtzetten! Is dat een vol - maakte Schepper?’ Hij liet dat even bezinken. ‘Nee. Elyon weet dat het beter is om lief te hebben, dat alles berust op vervulling van de Grote Romance, zoals de eenwording van bruid Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 26 12-12-11 10:12
27 en bruidegom na een avond uitbundig feesten. Maar soms kan liefde worden geuit door de waarheid te verdedigen. Vadal heeft dat voor - recht. Toch, Mikil?’ De beroemde vechter verplaatste haar blik naar Thomas, zonder te laten blijken of ze het wel of niet met Samuel eens was. Maar doordat ze haar blik afwendde, bevestigde ze hem alleen maar in zijn ideeën. Realiseerde ze zich dan niet wat ze deed? Het steunen van deze bela - chelijke bewering voor het oog van de hele Bijeenkomst kon alleen maar schade aanrichten! Maar de angst die langs Thomas’ ruggengraat omlaag kroop, snoer - de ook hem de mond. Een jaar of tien geleden zou hij deze uitdaging nog hebben afgekapt met een paar welgemikte woorden. Maar die tijd was voorbij, vervangen door een wijsheid die hem nu helemaal in de steek leek te laten. Gesmoord in angst. ‘Is deze Bijeenkomst bang voor de waarheid?!’ riep Samuel. ‘Laat mij vechten zoals de Eramieten vechten!’ Thomas had misschien wel honderd keer zijn leven gewaagd uit liefde voor de Horde, om Chelise voor zich te winnen, om de weg van Elyon te gaan, hoe gevaarlijk en ruig die weg ook mocht zijn. En nu voerde die weg met dubbele snelheid terug naar hen en trok een streep dwars door de Cirkel. Het grootste gevaar kwam van binnenuit, had hij de anderen altijd voorgehouden. En vanavond liet dat gevaar uiteindelijk zijn tanden zien. En er kwam geen commentaar vanuit de Cirkel op Samuels eis. Thomas keek naar de duizenden die op zijn reactie wachtten. ‘Wie is het daarmee eens?’ Er klonk geen enkele kreet van instemming, wat hun goed recht was. Maar na enkele hartslagen te hebben gewacht, hief een jonge man van een andere clan – Andres, als Thomas het bij het rechte eind had – zijn beker op. ‘Ik ben het ermee eens.’ De hele vergadering keek naar hem en hij liep naar voren, de oranje gloed van de vuren in. ‘Er is een tijd voor vrede en er is een tijd om oorlog te voeren. Misschien is de tijd om oorlog te voeren wel aangebroken. Trok Elyon ooit zelf niet ten strij - de?’ Zeker honderd j a’s rommelden door het nachtelijk duister. Samuel haalde dus inderdaad de onuitgesproken gevoelens van heel Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 27 12-12-11 10:12
28 wat mensen naar boven. Het leek wel een epidemie, een kankergezwel dat hen van binnenuit zou wegvreten. En het kwam nog wel bij zijn eigen zoon vandaan… Thomas probeerde te slikken, maar de angst die zich nu onder zijn schedeldak ophoopte, maakte hem die eenvoudige beweging onmo - gelijk. Hij was de confrontatie aangegaan met die duivel Teeleh in hoogsteigen persoon en had hem in het zwarte bos verslagen; hij had zich met één breed zwaard een weg gehakt uit een groep van dertig oprukkende Scabs; hij was de stad in gemarcheerd onder het gejuich van zeker honderdduizend kelen die Thomas van Hunter lof toe - schreeuwden, de grootste strijder die ooit had geleefd. Maar op dit moment was hij niet meer dan een doodsbang mannetje, niet opgewassen tegen deze nieuwe vijand: Samuel, zoon van Hunter. Hij realiseerde zich dat Samuel weer aan het woord was, dat hij nog meer reacties wilde horen. ‘Wie nog meer?!’ riep hij. En honderden mensen betuigden hun instemming. ‘Doe niet zo stompzinnig!’ schreeuwde William boven iedereen uit. ‘We zijn het er altijd over eens geweest dat Elyon ons een nieuwe weg heeft laten zien, los van het zwaard. En verandert dat nu opeens door ons ongeduld? De juiste weg is dat we onze vijanden moeten liefheb - ben, niet dat we een oorlog tegen hen moeten ontketenen.’ Ruim duizend instemmende kelen lieten de vallei vibreren. Eindelijk! Eindelijk wat gezond verstand! ‘Maar ik heb het recht om iemand uit te dagen, of niet?’ wilde Sa - muel weten. ‘En Vadal heeft het recht om de uitdaging aan te nemen.’ ‘Inderdaad!’ werd her en der geroepen, maar alle ogen waren nu op Thomas en Ronin gericht. Ronin moest hebben gemerkt dat Thomas op slot zat, omdat hij zich nu op de menigte richtte. ‘Ja, ik denk dat het klopt wat Samuel zegt. Zover ik weet heeft hij nog steeds het recht om mijn zoon uit te dagen. En Vadal heeft het recht om die uitdaging aan te gaan of af te wijzen, wat trouwens een heel stuk wijzer zou zijn. Om eerlijk te zijn verbijstert het me dat er geen uitgebreide protesten te horen zijn. Hebben jullie besloten dat het tijd wordt om jullie bloeddorst te lessen?’ ‘Hij heeft gelijk,’ viel Chelise hem bij. ‘Dit soort dingen zouden we doen als we van de Horde waren.’ Groen_DEKKER_druk1_binnenwerk_vierde_proef_08-12-2011JP.indd 28 12-12-11 10:12