Inhoud Woord vooraf ................................................................ 7 1Signalen van de eindtijd ............................................... 9 dr. M. van Campen 2Komt er een duizendjarig rijk? ................................... 27 dr. J. Hoek 3Komt er een antichrist? ............................................... 51 dr. R. van Kooten 4Loutering of vergaan van de aarde? ........................... 70 dr. B. Kamphuis 5Hoe lezen we de profetieën met het oog op de toekomst? ................................................................... 86 drs. C.C. Stavleu 6Beloning van goede werken? .................................... 103 dr. M.J. Paul Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 5
9 1 Signalen van de eindtijd dr. M. van Campen Verkenning Schriftgedeelte om vooraf te lezen: Lukas 21:25-38 a. Dit gedeelte wordt wel getypeerd als de ‘kleine Apocalyps’, parallel aan de benaming van het laatste bijbelboek, ‘de Openbaring van Johannes’. Vanwaar deze benaming, denkt u? b. Wat vindt u moeilijk te begrijpen of te aanvaarden in dit gedeelte? Licht uw keuze toe. De toekomst is verborgen Wat in het verleden gebeurd is, weten we uit de geschiedenisboeken of zoeken we op via Wikipedia. Van wat zich vandaag de dag afspeelt, zijn wij zelf de oog- en oorgetuigen en wat er verder bij ons vandaan gebeurt, melden ons de media. Maar hoe het morgen zal zijn, kan nie- mand ons vertellen. De toekomst is voor ons verborgen. Voor veel mensen is dat moeilijk te accepteren. De meeste van ons zijn nieuwsgierig en zouden graag om het hoekje van morgen willen kijken. Dat verklaart waarom toekomst voorspellen, tarotkaarten Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 9
leggen en andere occulte praktijken volop in de belangstelling staan en waarom wetenschappers zoveel tijd en energie investeren om prog- noses en voorspellingen te kunnen geven. Er heeft zich zelfs een wetenschap ontwikkeld, die zich helemaal met de toekomst bezig- houdt onder de veelzeggende naam futurologie. Onderzoekers probe- ren op basis van analyses allerlei zaken te extrapoleren wat ons op korte of langere termijn te wachten staat. Ondanks alle inspanningen blijft het evenwel bij stippellijntjes. Er zijn vermoedens en verwach- tingen, maar het fijne is ons niet bekend. De toekomst laat zich een- voudigweg niet door ons in kaart brengen. De indruk bestaat dat onder christenen de toekomst in de afgelo- pen tijd sterker is gaan leven. De schokkende gebeurtenissen die zich voordeden, zoals de vluchtelingencrisis en de toegenomen terroristi- sche dreiging, hebben bij velen de vraag wakker geroepen wat deze zaken ons als gelovigen te zeggen hebben. Vormen deze ontwikkelin- gen de zoveelste rimpeling van de geschiedenis die wel weer weg zal trekken? Of wijzen ze op de nadering van het einde? Horen we in deze berichten soms ook de voetstappen van Christus, van Wie we belijden dat Hij zal wederkomen in heerlijkheid? Zoveel is wel duidelijk: als er één boek is dat zich met de toekomst bezighoudt, dan wel de Bijbel. Iemand heeft zich erin verdiept en kwam tot de conclusie dat alleen al in het Nieuwe Testament niet minder dan driehonderd keer over de toekomst wordt gesproken. De bijbelse beleving van de tijd is een totaal andere dan de niet-christe- lijke. In het heidendom is het ‘opgaan, blinken en verzinken’. Een einde- loze herhaling van de gebeurtenissen, zonder dat het ergens naartoe gaat. Tegenover deze cyclische beleving van de tijd stelt de Bijbel een lineaire geschiedenisopvatting. Het leven is geen kringloop maar een pelgrimage naar wat komen gaat: het Koninkrijk van God, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid zal wonen. 10 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 10
Vandaar dat we ook vaak spreken over de eindtijd. Die uitdrukking veronderstelt dat er een einde komt aan de geschiedenis, zoals wij die momenteel beleven en mede gestalte geven. Intussen is eindtijd wel een begrip dat misverstanden kan oproepen. Op catechisatie stelde ik ooit de vraag wat de jongeren zich voorstelden bij de eindtijd. De ant- woorden wezen vrijwel allemaal richting het allerlaatste. De eindtijd had voor het gevoel van deze catechisanten betrekking op de slotfase van de geschiedenis, de laatste periode die voorafgaat aan de weder- komst van Jezus. Wie de Bijbel leest, ontdekt dat het genuanceerder ligt. De laatste periode is ingegaan met Pinksteren en strekt zich uit tot aan de dag van de wederkomst. Veelzeggend is de magistrale pinkster- preek van Petrus. Als de apostel een verklaring geeft voor het wonder- lijke gebeuren van Pinksteren, dan herinnert hij aan een woord van de profeet Joël: ‘En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees’ (Hand. 2:17). Met de uitstorting van de Geest op Pinksteren – vrucht van het volbrachte werk van Christus – zijn de laatste dagen begonnen. Het leven in de eindtijd is een leven tussen de tijden, tussen de eerste en de tweede komst van Christus in. De eerste komst van de Heiland ligt achter ons: Zijn verschijning in nederigheid, Zijn geboorte in de krib- be. Maar Zijn verschijning in heerlijkheid ligt voor ons. Daar leven we naartoe en daar zien we naar uit: de dag van de wederkomst! Algemene tekenen Onder welke omstandigheden en op welk moment die dag zal aanbre- ken, is ons niet bekend. Die dag is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader. Zelfs Jezus weet dus niet wanneer Hij zal terugkeren naar deze aarde om alle dingen nieuw te maken (Mark. 13:32). Intussen worden 11 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 11
we wel gewezen op een aantal signalen, die de wederkomst aankon- digen. Jezus Zelf heeft daar uitvoerig over gesproken in de zogenaamde ‘kleine Apocalyps’, die we vinden in Mattheüs 24, Markus 13 en Lukas 21. Wie deze bijbelgedeelten op zich laat inwerken, ontdekt dat Jezus drie terreinen beschrijft, waarin de tekenen der tijden zich voordoen. We zien drie concentrische cirkels die elkaar voor een deel overlappen. •De grootste, de buitenste cirkel betreft het wereldge- beuren. Er zullen oorlogen komen en hongersnoden, besmettelijke ziekten en aardbevingen. •De tweede cirkel heeft te maken met het kerkelijke en religieuze leven. Jezus voorziet het optreden van valse christussen en valse profeten, die de mensen proberen te verleiden. Ze zijn tot veel in staat, want ze kunnen wonderen en tekenen verrichten, zodanig dat zelfs de uitverkorenen bijna verleid zullen worden. •Ten slotte is er de binnenste cirkel, waardoor het per- soonlijke leven van de gelovigen in het vizier komt. Zij zullen vervolgd en verdrukt worden. Haat en bedreiging zullen hun deel zijn. Wat opvalt, is dat de tekenen die Jezus hier benoemt tamelijk alge- meen van aard zijn en in vrijwel elke fase van de geschiedenis aan- wijsbaar. Wel kan gezegd worden, dat deze algemene signalen sterker worden naarmate de tijd voortschrijdt en de voltooiing van Gods heilsplan nadert. Ze nemen toe in intensiteit en omvang. De twintigste eeuw is zonder twijfel de bloedigste uit de geschie- denis van de mensheid. Twee wereldoorlogen hebben voor een record- aantal slachtoffers en een onmetelijke economische schade gezorgd. Epidemieën en hongersnoden vinden plaats op een schaal die nog niet eerder is vertoond. De christenvervolging op veel plaatsen in de 12 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 12
wereld heeft schrikbarende vormen aangenomen. Deze toename in frequentie, uitwerking en schaal herinnert ons eraan dat de weder- komst van Christus voor de deur staat. Drie specifieke tekenen Naast deze algemene tekenen noemt de Bijbel ook meer specifieke signalen van de eindtijd. Verschijnselen waarvan je niet kunt zeggen dat ze er altijd al geweest zijn. Ik noem er in dit verband drie: de mani- festatie van de antichrist, het geestelijke en nationale herstel van het Joodse volk en de wereldwijde taak van de zending. a. De antichrist Over de antichrist kan ik kort zijn. Aangezien daar een afzonderlijk hoofdstuk in dit boek aan gewijd is, zal ik dit onderwerp hier niet nader uitwerken. Duidelijk mag zijn dat het Nieuwe Testament ons herhaaldelijk indringend wijst op de gevaren van de antichrist. Het is de belichaming van alle vijandschap tegen God en tegen Christus die zich in deze wereld manifesteert. b.1. Israël in het Nieuwe Testament Een sterk signaal dat bij de eindtijd hoort, is Gods weg met Israël. Iemand noemde het Joodse volk de kleine wijzer op Gods wereldklok. Het Evangelie wijst ook duidelijk in die richting. Jezus zegt immers tegen Zijn discipelen: ‘Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is’ (Luk. 21:29-30). Let op de vijgenboom, let op Israël, wil de Heiland hier- mee zeggen, want meer dan eens wordt in de Bijbel Israël vergeleken met een vijgenboom. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament wordt die beeldspraak een en andermaal gehanteerd. Om slechts één voorbeeld te noemen. In Joël 1:6-7 horen we de God van Israël zeggen: 13 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 13
‘Een volk is tegen Mijn land opgetrokken (…) Het heeft van Mijn wijn- stok een woestenij gemaakt en Mijn vijgenboom tot een kale tak’ (vgl. Hos. 9:10; Matth. 21:19; Matth. 24:32-34, Luk. 13:6-9 en 34-35). Naast Jezus’ beeldspraak over de vijgenboom zijn er nog andere teksten, die wijzen op de rol van Israël als teken van de eindtijd. Ik denk daarbij vooral aan de uitspraken die gaan over de toekomst van Jeruzalem. In het lijdensevangelie horen we Jezus een scherpe waar- schuwing uitspreken vanwege de ongehoorzaamheid van de inwoners van de heilige stad. ‘Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt (...) Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten.’ Maar is dat alles? Nee, want de Heiland voegt er nog iets aan toe. ‘U zult Mij niet zien, totdat de tijd zal gekomen zijn dat u zult zeggen: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere’ (Luk. 13:34-35). En in de apocalyptische rede van Jezus uit Lukas 21 vinden we iets ver- gelijkbaars. Ook hier indringende woorden vanwege de ontrouw van Jeruzalem. Maar dan vervolgens: ‘En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn’ (vs. 24). Let vooral op het woordje totdatin beide teksten. Er staan Jeruzalem zware tijden te wachten. Maar er is een totdat. Voorafgaand aan de wederkomst van Jezus zal God zich ontfermen over de heilige stad, zodat zij weer haar bijzondere plaats zal terug krijgen. De apos- tel Paulus voegt er de voorzegging aan toe dat er behalve een nationaal herstel ook een geestelijkherstel van Israël zal plaatsvinden. Als de volheid der heidenen is ingegaan, zal ‘heel Israël’ behouden worden (Rom. 11:25-26). Ook dat is een teken van de eindtijd. In hetzelfde hoofdstuk (Romeinen 11) licht ook nog een ander perspectief op. De aanstaande bekering van het Joodse volk zal grote gevolgen met zich meebrengen. Het zal een leven uit de dood zijn, waar de volkerenwereld van zal opkijken (Rom. 11:15). Veel theologen uit onze traditie waren van mening dat in die periode ook vele nog openstaande beloften uit het Oude Testament in vervulling zullen 14 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 14
gaan. Er zal een bloeitijd voor de kerk aanbreken en zelfs de schep- ping zal delen in de zegeningen van deze glorietijd. Jeruzalem zal het centrum van de gehele aarde zijn. Het zal een periode van welvaart en van welzijn worden, van vrede en van rust, kortom van shalom voor Israël en voor de kerk. Veel predikanten brachten deze verwachting ter sprake in hun preken en geschriften. Er werd vurig gebeden om de vervulling van het profetische woord. Te denken valt daarbij onder meer aan namen als Wilhelmus à Brakel en Theodorus van der Groe. Een breed overzicht van deze Israëlverwachting in de zeventiende en achttiende eeuw gaf ik in mijn proefschrift Gans Israël. b.2. Israël en de stichting van de staat Wie de laatste honderd jaar overziet, kan niet ontkennen dat in deze periode heel bijzondere dingen in en rond Israël hebben plaatsgevon- den. Het meest opzienbarend waren ongetwijfeld de verrassende terugkeer van het Joodse volk naar het land van de belofte na eeuwen- lange verstrooiing over de hele wereld en als tweede de stichting van een eigen staat in 1948. Hebben deze zaken te maken met de voltooi- ing van Gods heilsplan? Binnen de huidige Protestantse Kerk in Nederland (pkn) zijn de meningen ten aanzien van Israël sterk verdeeld. De vroegere Neder- landse Hervormde Kerk heeft zich in het verleden meer dan eens posi- tief in deze richting uitgelaten. De terugkeer naar het land en de stichting van de staat werden gezien als een teken van Gods verbonds- trouw en een moment in de vervulling van Zijn beloften, zonder daar- bij het naadje van de kous te willen weten. Vaste overtuiging en voor- zichtigheid gingen hand in hand, zoals dat ook binnen het Jodendom het geval is. Na 1948 werd in het Joodse gebedenboek een passage toe- gevoegd, waarin God gedankt werd voor de oprichting van de staat. Deze liturgische uitbreiding had heftige discussies tot gevolg. Kon de Joodse staat nu wel of niet worden gezien als vervulling van Gods 15 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 15
beloften? Na de Zesdaagse oorlog in 1967 werden door de Israëlische opperrabbijn Schuster drie messiaanse woorden toegevoegd. De Eeuwige wordt gedankt voor ‘het begin van het ontspruiten van onze verlossing’ (reesjiet tsmichat geoelatenoe). In samenhang met de stichting van de staat vragen heel speciaal de ontwikkelingen rond Jeruzalem onze aandacht. Ook de lotgevallen van de heilige stad geven alle reden om alert te zijn en de bijbelse pro- fetieën te spiegelen aan de historische gebeurtenissen. Bij de stich- ting van de staat in 1948 is een deel van Jeruzalem weer Joods bezit geworden. En gedurende de oorlog van 1967 veroverde generaal Moshe Dayan met zijn troepen de Tempelberg. Voor het eerst sinds tijden konden de Joden weer bidden bij de meest heilige plaats in het Joodse land, namelijk de Kotel, door ons vaak aangeduid als de Klaagmuur. Door iedere vrome Jood werd dit moment ervaren als een rechtstreeks wonder van God. Resumerend kan gezegd worden, dat Gods handelen in en met Israël mag worden gezien als een signaal van het komende messiaanse rijk. Het is christenen geraden daarop te letten en de actuele ontwikkelin- gen te bezien in het licht van het profetische Woord. Dan kan het niet uitblijven of we weten ons biddend betrokken bij het wel en wee van het Joodse volk. We weten ons solidair met Gods oogappel in zijn strijd om het bestaan en we bidden om de vrede voor Jeruzalem. We zullen daar- van ook zelf de zegen ondervinden. Want één ding is zeker: wie Israël vergeet, zaagt de tak door waar hij zelf op zit. Maar het omgekeerde is ook waar: ‘wel zal het hun gaan die Jeruzalem beminnen’ (Ps. 122). c. Zending Bezinning op de eindtijd confronteert ons ook met de onvoltooide taak van de wereldzending. Jezus Zelf heeft het verband tussen die twee nadrukkelijk gelegd in Zijn rede over de laatste dingen: ‘En dit Evangelie van het Koninkrijk moet gepredikt worden aan alle volken 16 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 16
en dan zal het einde zijn’ (Matth. 24:14). De tijd tussen de eerste komst en de wederkomst van Christus kan getypeerd worden als genadetijd. Het is de tijd van Gods grote geduld. Omdat God niet wil dat sommi- gen verloren gaan (2 Petr. 3:9), heeft Hij het eindoordeel uitgesteld, zodat er ruimte komt voor de verbreiding van het Evangelie. Hoever is dit intussen gevorderd? In het begin van de twintigste eeuw over- heerste een onmiskenbaar optimisme. Tijdens de grote zendingscon- ferenties aan het begin van de vorige eeuw werd gesuggereerd dat voor het jaar 2000 het grote doel bereikt zou kunnen worden. Twee wereldoorlogen hebben dat optimisme een stevige knauw gegeven. Toen rond de laatste eeuwwisseling de balans werd opge- maakt, moest worden vastgesteld dat de zendingstaak nog lang niet voltooid is. Zeker, er zijn grote vorderingen gemaakt. De zending is weggehaald uit de genootschappelijke sfeer en een zaak van de ker- ken geworden. Duizenden zendingsarbeiders zijn intussen uitgezon- den en de Bijbel is in honderden talen vertaald. Tal van jonge kerken werden zelfstandig en konden gaandeweg de zendingstaak in eigen omgeving overnemen. Maar intussen is de kerk in het Westen zelf in een diepe crisis terechtgekomen. Secularisatie en kerkverlating bete- kenden de nekslag voor het missionaire elan van de Europese kerken. Theologische ontwikkelingen verlegden bovendien het accent van zending naar ontwikkelingswerk en het opkomen voor recht en ge- rechtigheid. De toenemende islamisering van ons continent vormt al evenzeer een tegenbeweging ten opzichte van de missionaire activi- teiten van de kerk. Kortom: van voltooiing van de zendingstaak is geen sprake en het is de vraag of daarvan voor de wederkomst ooit wel sprake zal zijn. Valt de voortgang van het zendingswerk überhaupt wel te meten? Wanneer is de zendingstaak in een bepaald land echt voltooid? Hoe- veel procent van de inwoners moeten dan tot het geloof in Christus zijn gekomen? En wat als er sprake is van terugval in het paganisme? 17 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 17
Gekerstende landen en continenten zoals Europa en Noord-Afrika zijn opnieuw zendingsgebieden geworden en tal van gebieden zijn nog steeds niet ontsloten voor het Evangelie. Treffend is wat ik ergens las: ‘Principieel komt de zendingstaak nooit ten einde. Niet alleen de ‘armen’, maar ook de ‘heidenen’ hebben we altijd bij ons. Toch zal de zendingstaak voltooid zijn als Christus wederkomt. Niet naar ons oordeel, volgens onze berekeningen, maar in het oordeel van God. Als het laatste schaap binnen is, wordt de brug opgehaald. Dan komt Christus terug. Want het Evangelie van het Koninkrijk moet gepredikt worden over de gehele wereld en dan zal het einde zijn.’ Beangstigend of bemoedigend? ‘Beangstigend of bemoedigend?’ luidde de kop boven een artikel over de eindtijd, dat ik ooit onder ogen kreeg. Ik denk dat beide woorden op hun plaats zijn. Sommige jongeren met wie ik over de eindtijd sprak, zeiden heel eerlijk: ‘Ik vind de gedachte aan de wederkomst maar eng. Want dan vindt immers ook het laatste oordeel plaats en daar ben ik nog niet aan toe. Ik ga wel trouw naar de kerk en ik bid voor mijn eten, maar ik doe ook nog graag de dingen die ik leuk vind en die God niet wil. Je kunt Jezus toch alleen ontmoeten, als je echt in Hem gelooft als je Redder en Koning?’ Vermoedelijk leven veel oude- ren met dezelfde vragen. En inderdaad, de Bijbel is hier heel eerlijk en heel duidelijk in. Wie in Jezus gelooft, heeft het eeuwige leven, maar wie niet in Hem gelooft, zal het leven niet zien (zie bijv. Joh. 3:36). De klemmende vraag is: Kennen wij Hem, heel persoonlijk? Zijn we er klaar voor om Hem te ontmoeten, wanneer Hij verschijnt als Rechter van het heelal? Die vraag roept ons thema onvermijdelijk op. Overigens moeten we ons het leven in de eindtijd niet al te roos- kleurig voorstellen. Jezus heeft in ronde bewoordingen gesproken 18 Binnenwerk Met het oog op het einde_Opmaak 1 21-07-17 15:21 Pagina 18