9789043 526487 I NUR 707 SBN 978-90-4352-648-7 WWW. KOK. NL
Willem J. Ouweneel Dankbaar onderweg Dagboek bij de Heidelbergse Catechismus Dankbaar onderweg 1-376. indd 3 11-01-16 14:58
Uitgeverij Kok – Utrecht, 2016 Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www. kok. nl © Willem J. Ouweneel, 2015 Omslagontwerp Patrick Staal Vormgeving binnenwerk ZetSpiegel, Best ISBN 978 90 435 2648 7 ISBN e-book 978 90 435 2649 4 NUR 707 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou- digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gem aakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door f oto - kopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schr ifte- lijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stor ed in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electroni c, me- chanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written per- mission of the publisher. Dankbaar onderweg 1-376. indd 4 11-01-16 14:58
5 Voorwoord In dit boek gaan we een heel bijzonder avontuur aan. Ik zal je voorstel- len aan een van de meest invloedrijke gidsen voor de christelijke leer d ie de protestantse christenheid ooit gekend heeft. Deze gids wordt de Hei- delbergse Catechismus genoemd, omdat hij is opgesteld in de stad Heidel - berg en officieel is aanvaard in die stad op 19 januari 1563. Deze Duitse stad, op de oevers van de rivier de Neckar, was ooit de hoofdstad van een van de belangrijkste van de vele onafhankelijke gebieden waarin het Duitse (‘Heilige Roomse’) Rijk in die tijd was verdeeld. De Duit sers noemen dit gebied de Pfalz, Nederlanders spreken van de Palts. (De naam komt van het Latijnse palatinum, een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van palatium, waarvan ook ons woord ‘paleis’ is afgeleid. ) Het gebied was zo belangrijk omdat het een van de zeven landen was waar- van de vorsten de Heilige Roomse Keizer verkozen. Daarom werden deze vorsten ‘keurvorsten’ genoemd (‘keuren’ is ‘kiezen’ ). In die tijd werd het land geregeerd door keurvorst graaf Frederik III van de Palts (1515-1576), wiens bijnaam ‘de Vrome’ was. Hij was een over- tuigd aanhanger van de Reformatie, die twee jaar na Frederiks geboorte door Maarten Luther was begonnen in Wittenberg, en hij bevorderde het protestantisme in zijn land zo veel mogelijk. Helaas was het protes- tantisme toen al verdeeld in lutheranen (die Luther volgden) en calvi - nisten (die Johannes Calvijn volgden, de reformator van Genève), di e over enkele belangrijke thema’s van mening verschilden, zoals het hei - lig avondmaal. De calvinisten werden gewoonlijk aangeduid als ‘gereformeerden’. ( Je ziet dus dat de lutheranen wel reformatorisch waren, maar niet gere - formeerd…). Graaf Frederik koos de zijde van de gereformeerden. Maar onthoud alsjeblieft dat de lutheranen en de gereformeerden het over alle voornaamste thema’s van het christelijk geloof van harte eens waren ! Om zijn onderdanen te helpen het christelijk geloof te begrijpen zoals protestanten het opvatten, maakte Frederik een plan. Heidelberg had een universiteit, die uiteraard een theologische faculteit bezat. Deze w as nu in handen van de protestanten. Graaf Frederik vroeg de professoren, Dankbaar onderweg 1-376. indd 5 11-01-16 14:58
6 met name Zacharias Ursinus, een soort cursus te ontwikkelen waarin de voornaamste elementen van het christelijk geloof moesten worden uit- eengezet. Zo’n leerstellig overzicht werd een catechismus genoemd; dat woord komt van een Grieks werkwoord dat ‘mondeling onderwijzen’ betekent. Catechese was de eeuwenoude term voor het godsdienstig onderwijs aan kinderen en jongvolwassenen. Een catechismus heeft ge- woonlijk de vorm van een serie vragen over godsdienstige onderwer- pen, gevolgd door de antwoorden. Vaak moesten de leerlingen zowel de vragen als de antwoorden uit het hoofd leren, en hier en daar gebeurt dat nóg. Het is fascinerend te zien hoe jong de professoren waren aan wie graaf Frederik vroeg een catechismus samen te stellen. Ten tijde van het ver- zoek was Zacharias Ursinus (1534-1583) een jaar of 27. Zijn voornaam- ste medewerker, Caspar Olevianus (1536-1587), hofprediker van Frede- rik, was in die tijd pas 25. Stel je voor! Vandaag begint een theoloog rond die leeftijd aan zijn academische carrière. Ter vergelijking: de nk eraan dat Johannes Calvijn de eerste versie van zijn Institutie van de Chris- telijke Religie schreef toen hij pas 26 was! Wel goed om te weten is dat deze mensen veel eerder stierven dan wij gemiddeld doen (Luther was pas 62 toen hij stierf, Calvijn 54, Olevianus 50 en Ursinus pas 48). Du s ik neem aan dat God hun de genade gaf om vroege starts te maken! De Heidelbergse Catechismus was niet de eerste protestantse catechismus. Luthers Grote Catechismus dateert uit 1529, en Calvijns Geneefse Catechis- mus (eerste versie) uit 1541. Zoals gezegd moeten we de verschillen tussen de twee tradities niet overdrijven. Per slot van rekening was de gereformeerde Ursinus een leerling en vriend van Luthers invloedrijkste collega en medestander Philippus Melanchthon (1497-1560). Bij het op - stellen van de Heidelbergse Catechismus gingen Ursinus en Olevianus echter meer uit van de Geneefse Catechismus, en ook van de eenvoudige catechismus die geschreven was door de Poolse reformator Johannes à Lasco (1499-1560). De bekende Westminsterse Grotere en Kleinere Catechismussen stam- men uit een veel latere tijd (ca. 1647) en zijn veel uitgebreider; ze bevat- ten een aantal theologische ideeën die in de tijd van de Heidelbergse Catechismus nog nauwelijks tot ontwikkeling waren gekomen. Naar mijn mening staat de Heidelbergse Catechismus daarom dichter bij de taal van de Schrift dan de Westminsterse Catechismussen; hij is ook een- voudiger en beknopter. In elk geval ken ik nauwelijks een catechismus die ik meer zou aanbevelen bij evangelische lezers dan de Heidelbergse Dankbaar onderweg 1-376. indd 6 11-01-16 14:58
7 Catechismus (ik noem dit omdat ik er de voorkeur aan geef mezelf evangelisch te noemen, al stam ik wel af van zo’n vijftien duizend Ne - derlands Hervormde – vóór 1816 Nederduits Gereformeerde – voor- ouders. ) Het was dominee Petrus Dathenus (ca. 1531-1588) die de Heidelbergse Catechismus vanuit Heidelberg naar de Nederlanden bracht; hij was een van de leidende theologen in de Nederlandstalige wereld van die tijd. De Provinciale Synode van Alkmaar (1573) gaf het bevel dat in alle ge- meenten een preek over een thema uit de Heidelbergse Catechismus gehouden moest worden tijdens de middag- of avonddienst. Dit voor- beeld werd door de andere Nederlandse provincies nagevolgd. In 1586 werd de Heidelbergse Catechismus aanvaard door de Nationale Synode van Den Haag. De beroemde Synode van Dordrecht (1618-1619) her- zag de Heidelbergse Catechismus en schreef die voor aan alle professo- ren, predikanten, ouderlingen en diakenen in de Nederduits Gerefor- meerde Kerk. Uiteraard is de Heidelbergse Catechismus niet geïnspireerd zoals de Bij - bel dat is. Het is een stuk gebrekkig mensenwerk – en toch is men ver - baasd wat een meesterwerk het is! Zo kort na de Reformatie geschreven! Ik ken nauwelijks een academische theologische deskundige die het met elk detail van de Heidelbergse Catechismus eens is, maar wat maakt dat uit? Natuurlijk missen we bepaalde elementen die, als de Catechismus vandaag geschreven zou worden, er vermoedelijk in zouden worden op - genomen, zoals de plaats van Israël, meer bijzonderheden over het wer k van de Heilige Geest in de gelovigen en meer bijzonderheden over de betekenis van het koninkrijk van God in het praktische leven van de ge - lovigen. Maar bedenk wel dat dit een handboek voor leerlingen is. Het is opgesteld om kinderen en pasbekeerde christenen te onderwijzen. Als we meer bijzonderheden over allerlei thema’s zouden opnemen, zou het handboek gemakkelijk te omvangrijk kunnen worden. De Heidelbergse Catechismus bestaat uit drie delen (Ellende, Verlossing en Dankbaarheid) en ik onderscheid daar zestien onderwerpen in, varië - rend van de Apostolische Geloofsbelijdenis tot de Tien Geboden en het Onzevader. De thematiek is verdeeld over 52 zondagen (zondag 1 tot en met zondag 52), zodat de predikant gedurende precies een jaar over de Catechismus kan preken, en dan, indien gewenst, opnieuw kan begin- nen. En er zijn in totaal 129 vragen en antwoorden (vr. /antw. 1-129). Ik heb de hele inhoud verdeeld over 365 dagen, zodat de lezer het boek kan gebruiken als een dagboek en er in een heel jaar doorheen kan gaan. Dankbaar onderweg 1-376. indd 7 11-01-16 14:58
8 Over sommige vragen en antwoorden zal ik het maar één dag hebben, over andere wel vijf dagen. Ik wens mijn lezers Gods rijkste zegen toe terwijl zij van Dag 1 naar Da g 365 gaan. Hoe geweldig zou het zijn als ouders dit boek met hun tieners zouden bestuderen! Per slot van rekening was de Heidelbergse Catechis- mus allereerst bedoeld voor de jongeren in de christelijke gezinnen. Onthoud: mijn doel is niet (het onderwijzen en verklaren van) de Hei- delbergse Catechismus als zodanig, maar mijn doel is hetzelfde als dat van de Heidelbergse Catechismus zelf: de lezer dichter bij de Schrift te brengen. En zelfs dat is niet mijn uiteindelijke doel (of trouwens dat van de Heidelbergse Catechismus): mijn verlangen is dat de lezer dichter gebracht mag worden bij de God van de Schrift en bij zijn eniggeboren Zoon: Jezus Christus. Graag dank ik dr. Nelson D. Kloosterman (USA) van harte voor zijn deskundige redactiewerk ten aanzien van het oorspronkelijke Engels - talige manuscript. En ik ben diep dankbaar jegens de uitgever van de Engelstalige editie, John Hultink (Can. ), die op het idee van een dag- boek kwam en mij heeft aangemoedigd dit project te ondernemen. Willem J. Ouweneel Engelse editie voltooid in Cwm Cywarch (Dinas Mawddwy, Wales, UK), 18 juli 2015 Nederlandse editie voltooid ‘In den Olden Bongerd’ (Miste, Winter swijk, NL), 6 november 2015 Dankbaar onderweg 1-376. indd 8 11-01-16 14:58
9 Praktische punten (1) In dit boek gebruik ik de HSV (Herziene Statenvertaling) voor he t Oude, en de Telosvertaling voor het Nieuwe Testament, tenzij anders aangegeven. (De Telosvertaling staat heel dicht bij de Statenvertaling, maar heeft twee voordelen: ze bevat eigentijds taalgebruik én volgt v oor het Nieuwe Testament de hedendaagse Griekse tekstedities. ) (2) Voor de HC gebruik ik de versie van de Protestantse Kerk in Neder- land (www. protestantsekerk. nl/Lists/PKN-Bibliotheek/Heidelbergse- Catechismus-Protestantse-Pers-Heerenveen-2009. pdf). Voor een oudere en letterlijker vertaling van de HC zie theologienet. nl/documenten/ overig/catechismus. htm, waarnaar ik soms zal verwijzen. (3) Elk dagblaadje heeft een titel met daarachter drie nummers, bijvoo r- beeld (4-9-3); dat betekent: zondag 4, vr. /antw. 9, deel 3. (4) Wat het gebruik van hoofdletters voor goddelijke personen betreft, pas ik me aan bij de Telosvertaling. Ik schrijf ‘Heere’ als het ga at om de weergave van de Hebreeuwse naam Jahweh, en ‘Heer’ als het gaat ove r het ‘Heer-zijn’ van Jezus Christus. ‘Heere’ is de naam van God, ‘Heer’ is een van de titels van Christus. (5) Als de tekst van dit dagboek hardop wordt voorgelezen, is het mijn advies niet de Schriftverwijzingen hardop voor te lezen die tussen haakjes worden genoemd. Dat is moeizaam om naar te luisteren. Ze zijn alleen bedoeld voor persoonlijke studie. Dankbaar onderweg 1-376. indd 9 11-01-16 14:58
10 Andere talen Als je van talen houdt: dit is hoe vr. /antw. 1 klinken in de oorspronke- lijke talen: Latijn en (oud) Duits (gevolgd door de oudste Nederlands e editie en een oude Engelse editie): Quaestio 1. Quae est unica tua consolatio in vita et in morte? Responsio. Quod animo pariter et corpore, sive vivam, sive moriar, non meus, sed fidissimi Domini et servatoris mei Iesu Christo sum proprius , qui pretioso sanguine suo, pro omnibus peccatis plenissime satisfaciens, me ab omni potestate diaboli liberavit… 1. Frage. Was ist dein einiger trost in leben vnd in sterben? Antwort. Das ich mit Leib vnd Seel, beyde in leben vnd in sterben nicht mein, sonder meines getrewen Heilands Jesu Christi eigen bin, der mit seinem thewren blut, für alle meine sünden volkomlich bezalet, vnd mich auß allem gewalt des Teuffels erlöset hat… 1. Vraag. Welke is uw eenige troost, beide in het leven en sterven? Antwoord. Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben, die met zijn dierbaar bloed voor al mijne zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft… Question 1. What is thy only comfort in life and death? Answer. That I with body and soul, both in life and death, am not my own, but belong unto my faithful Savior Jesus Christ; who, with his precious blood, has fully satisfied for all my sins, and delivered me from all the power of the devil… Dankbaar onderweg 1-376. indd 10 11-01-16 14:58
11 Dag 1 – Mijn enige troost (1-1-1) V. Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? A. Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, niet mijze lf toebehoor, maar mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus… Wat een prachtig begin van de Catechismus! We storten ons niet met - een in allerlei moeilijke theologische thema’s, maar eerst wordt ons een heel persoonlijke en praktische vraag gesteld. ‘Uw’ is hier enkelv oud. Jij, man of vrouw, jongen of meisje, wat is jouw ‘troost’? Wát je om standig - heden, je zonden, je gezondheidstoestand of je sociale en economische situatie ook zijn, waar vind je enige ‘troost’, de bemoediging die je aan de gang houdt? We hebben troost nodig als we in rouw zijn, als we ons ellendig voelen, als we huilen. Geen mens kan door het leven gaan zon- der af en toe te huilen. Als dat gebeurt, heb je troost nodig. Je hebt m is - schien goede mensen om je heen die jou bemoedigen. Maar waar vind je troost waar je echt wat aan hebt, niet alleen in dit leven, maar ook in de dood – en zelfs nog verder? Het antwoord is bijzonder. Ik ben niet op mezelf. Of sterker: ik ben niet van mijzelf. Ik behoor toe aan iemand die de grootste zegen is, niet al- leen voor mijn ziel, maar zelfs voor mijn lichaam; niet alleen wanneer i k ga sterven, maar ook tijdens mijn hele leven hier op aarde. Let erop dat de ‘ik’ die hier antwoord geeft, spreekt als een gelo vige. Dat is in de Catechismus gewoonlijk het geval. Dit is niet een evangelisatie- boek om buitenstaanders aan te trekken (ook al kunnen ze erdoor wor- den aangetrokken), maar om gelovigen te onderwijzen, met name jonge gelovigen. De Catechismus spreekt de kinderen van gelovigen die trouw de Heere dienen vaak aan alsof zij ook gelovigen zijn (hoewel dat na- tuurlijk niet altijd zo is). Al jong mogen ze leren wat het is om niet van jezelf te zijn, ook niet van je ouders, maar van Christus. Let erop dat ons leerboek niet zegt: ‘Jezus is van mij, ’ hoewel da t zeker waar is. Maar er staat: ‘Ik ben van Jezus. ’ Ik ben zijn dienaar. Hij is mijn Zaligmaker, dat wil zeggen: Hij redde mij eerst, en nu dien ik Hem. De bruid in het Hooglied zegt eerst: ‘Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem’ (2:16; vgl. 6:3), maar later zegt ze: ‘Ik ben van mijn Lief ste en Zijn begeerte gaat naar mij uit’ (7:10). Wat is grootser voor een gelovi ge dan dit te mogen zeggen? Dankbaar onderweg 1-376. indd 11 11-01-16 14:58
9789043 526487 I NUR 707 SBN 978-90-4352-648-7 WWW. KOK. NL