Inhoud 1. Dit mag niet gebeuren! .............................. 7 2. Check die bek! ..................................... 13 3. Een superkans ..................................... 20 4. Donder en bliksem ................................ 27 5. Kijken naar kunst .................................. 34 6. Een verdachte vondst ............................... 40 7. Kom maar op als je durft ........................... 47 8. Een spannende show ............................... 52 9. Op het nippertje ................................... 59 10. Bij de burgemeester ................................ 65 11. Een verdwaalde krokodil ........................... 72 12. Protest ............................................ 80 13. Naar de politie? ................................... 86 14. Kijk uit! ........................................... 91 15. De gouden tip ..................................... 98 5
7 1 Dit mag niet gebeuren ! ‘J urre schrikt. Het woord? Welk woord? Hij kijkt naar het digibord, maar dat is leeg. Gelukkig schuift Joël, die sinds twee dagen naast hem zit, zijn schrift naar hem toe. Contact, leest Jurre. O ja, dat is waar ook, contact. Schrijf je dat echt met twee c’s? Vlug krabbelt hij het woord neer. Ondertussen heeft de juf het volgende woord alweer ingetypt. Concentratie. Ook zo’n irritante. Jurre zucht. Hij houdt niet van letters en al helemaal niet van die waardeloze c. Waarom mag je niet gewoon een s schrijven of een k, zo zeg je het toch ook? Zou echt veel handiger zijn. ‘En de volgende …’ Er verschijnt een nieuw woord op het scherm. Jurre krijgt het warm. Niet zo snel! wil hij roepen, maar hij houdt zijn mond. De anderen hoeven niet te denken dat hij een slome is. ‘Failliet … met a i en een dubbele l.’ Het is of Jurre een schok krijgt. Failliet, dat is het! Dat woord gebruikte meneer De Jong, de directeur van Zoopark, gisteren. Failliet. Eigenlijk klinkt het best vrolijk, vooral als je het een paar keer achter elkaar zegt. Dan lijkt het net of er een vogel fl uit, maar dat is bedrog. Failliet heeft niets met vrolijk te maken, het is gewoon vreselijk, en al helemaal als het om Zoopark gaat! ‘Kan iemand uitleggen wat dit woord betekent?’ Jurre steekt zijn vinger op, maar Lieke is hem net voor. ‘Dat ge- beurt als een bedrijf bijvoorbeeld blut is, dan moeten ze stoppen.’
8 Maikel reageert. ‘Je bent niet alleen blut, je hebt dan ook schul- den.’ De juf knikt. ‘Dat klopt. En het bedrijf heeft geen geld meer om die schulden af te betalen. De rechter spreekt dan het faillisse- ment uit.’ De rechter? denkt Jurre. Moet meneer De Jong voor de rechter komen? Net als inbrekers, en mensen die dronken achter het stuur hebben gezeten of misschien nog wel ergere dingen heb- ben gedaan? Het zweet breekt hem uit. ‘Ja,’ vult Sam aan, ‘en dan verkopen ze de hele zaak.’ Verkopen? In gedachten loopt Jurre langs alle hokken en kooien. De giraffen, de leeuwen, de apen, de pinguïns, waar moeten die dan heen? ‘Dat kan niet!’ roept hij. ‘Wat kan er niet?’ vraagt de juf. Ineens schrikt Jurre op uit zijn gedachten. Tweeëntwintig paar ogen kijken hem verbaasd aan. ‘Wat bedoel je, Jurre?’ Jurre wil iets zeggen, maar zijn lippen trillen zo raar. Als hij nu gaat praten gaat hij janken, dat weet hij wel zeker en dat wil hij niet. Zie je wel, er brandt al iets achter zijn ogen. Jurre knippert een paar keer. Hij kijkt omlaag, naar zijn schrift, waar de letters wel lijken te dansen. Stomme letters, stomme woor- den, stomme … Zijn vingers vouwen een ezelsoor aan z’n schrift. In de klas is het muisstil geworden. Klik klak klik. Door zijn oog- leden ziet Jurre een vage, blauwe vlek dichterbij komen. ‘Jurre ...? Is er iets?’ Jurre voelt een hand op zijn schouder. Hij haalt diep adem. ‘Zoo- park is failliet.’ Achter elkaar slingert hij de woorden eruit. ‘Serieus?’ roept Maikel.
9 ‘Echt waar?’ vraagt Lieke. Juf Jansen loopt terug naar haar bureau. ‘Wil je er iets meer over vertellen, Jurre?’ Jurre slikt. Zijn keel lijkt wel dichtgeknepen. ‘Jij misschien, Jasmijn?’ Jasmijn kijkt even naar hem, maar als hij knikt, begint ze te pra- ten. ‘Het is nog niet helemaal zeker volgens mij.’ Niet zeker? denkt Jurre. Hoe komt ze daarbij? ‘Gisteren waren we bij Zoopark en toen hoorden we dat. Janet, een van de dierenverzorgers, zei het, en nog een paar anderen. Natuurlijk schrokken we daar heel erg van, dus toen zijn we naar de directeur gegaan, maar die zei ook …’ Jasmijn stopt even. Zij moet zeker ook slikken, denkt Jurre. ‘Nou, meneer De Jong zei dus ook dat het waar was. Zoopark dreigt failliet te gaan.’ Sam gaat staan. ‘Zei hij “dreigt”? Maar dan is het nog niet zeker, hoor.’ ‘Nee,’ zegt Jasmijn kortaf, ‘dat zei ik toch? Maar er is wel een kans …’ Juf gebaart Sam om weer op zijn stoel te gaan zitten. ‘In ieder geval hebben ze wel een probleem daar,’ zegt ze, ‘dat is wel dui- delijk.’ ‘Een geldprobleem’, zegt Lieke. ‘Zeg, maar kunnen wij niet hel- pen?’ Helpen? Jurre kijkt op. Wat bedoelt Lieke? ‘Misschien kunnen we een actie houden en dan geld bij elkaar verzamelen. Net als toen met die actie voor de apen.’ Ineens begint iedereen door elkaar te praten. ‘Weer een sponsor- loop zeker’, puft Mart.
10 ‘Dat hoeft toch niet?’ vindt Lieke. ‘We kunnen ook een rommel- markt houden. Of een andere markt of een …’ ‘Of gewoon een collecte!’ roept Maikel. ‘Dat kan toch ook?’ De juf gaat zitten. ‘Weet je wat? Jullie denken er nog maar eens rustig over na thuis. Dan praten we later verder. Nu pakken we eerst allemaal ons rekenboek.’ Tot half elf wordt er alleen nog maar over sommen en cijfers gepraat, maar in de pauze begint Maikel meteen weer over Zoo- park. ‘Vinden jullie het geen goed idee, een collecte?’ ‘Saai,’ vindt Sam. ‘Vind jij ook niet Jurre?’ Jurre haalt zijn schouders op. ‘Saai is niet erg, als het maar geld oplevert.’ ‘Ja,’ knikt Jasmijn, ‘want ze hebben echt heel veel nodig.’ ‘Hoeveel?’ wil Lieke weten. Tja, dat weten Jurre en Jasmijn ook niet precies, maar het gaat vast om duizenden euro’s, misschien wel om een miljoen. ‘Dat lukt toch zeker nooit’, zegt Maikel. ‘Hoe krijg je dat ooit bij elkaar?’ Na de pauze hebben ze geschiedenis. De les gaat over Rem- brandt. Op het digibord laat juf een aantal schilderijen van hem zien. ‘Wow,’ vindt Lieke, ‘echt knap gemaakt.’ De juf knikt. ‘Rembrandt wordt niet voor niets de meesterschil- der genoemd.’ ‘Bij mijn opa en oma hangt ook een schilderij van Rembrandt’, zegt Joël. ‘Dat kan niet,’ meent Mart, ‘zo’n schilderij kost minstens een miljoen!’ De juf glimlacht. ‘Ik weet natuurlijk niet hoe rijk jouw opa en
11 oma zijn Joël, maar inderdaad, zo’n schilderij is echt heel duur. Het kan ook een reproductie, een kopie, zijn.’ ‘Dan was Rembrandt zeker zelf ook miljonair’, zegt Jasmijn. Juf Jansen knikt. ‘Maar toch stierf hij als een arm mens. Zijn schilderijen raakten op een gegeven moment uit de mode, nie- mand kocht ze meer.’ Maikel grinnikt. ‘Dus Rembrandt ging ook failliet!’ Ineens schieten er weer een aantal schokjes door Jurres hoofd. Zoopark. Ramp. Geld. Hij fronst zijn wenkbrauwen. Denkt Maikel echt dat failliet gaan iets is om te lachen? Aan het eind van de les heeft de juf nog een mededeling. ‘Den- ken jullie er nog aan dat je morgen op de fi ets naar school komt? Zoals ik vorige week al heb verteld, gaan we dan naar het muse- um om een aantal schilderijen in het echt te bekijken.’ ‘Yes!’ roept Lieke. De rest van de klas is duidelijk iets minder enthousiast. Jurre vindt het best. Alles beter dan spelling. Om twaalf uur loopt Mart met hen mee naar huis. ‘Sneu hoor,’ zegt hij, ‘van Zoopark.’ Jurre kijkt hem aan. Meent hij dat nou? Bij Mart weet je dat nooit helemaal zeker. ‘Maar gelukkig kun je ook wel dieren zien buiten de dierentuin. Weet je waar ik vrijdag met mijn vader naartoe ga? Naar een kro- kodillenshow.’ Wat?! Even denkt Jurre dat hij Mart niet goed verstaan heeft. ‘Naar een krokodillenshow?’ Mart knikt. ‘Echt waar. Geloof je me niet?’ ‘Jawel,’ zegt Jurre aarzelend, ‘maar …’ ‘Het lijkt me echt supergaaf ’, zegt Mart enthousiast. ‘Veel leuker
12 dan naar zo’n saai museum.’ Jurre wil iets vragen, maar Mart slaat al rechtsaf. ‘Tot morgen!’ ‘Een krokodillenshow, is dat niet verboden?’ vraagt Jasmijn zich af als ze samen verder lopen. ‘Volgens mij is het net zoiets als het circus. Daar mag je toch ook geen kunstjes meer doen met wilde dieren?’ Jurre knikt. ‘Ik denk ook dat het niet mag. Maar misschien kun- nen we dat het best vragen aan de krokodillenverzorgers van Zoopark. Laten we dat vanmiddag maar meteen doen.’
Lees ook de andere delen in de serie Zookids!