Bijbels dagboek Bijbels dagboek Dagelijkse overdenkingen van Genesis tot Openbaring John Stott Opgedragenaan Frances Whitehead, die op 9 april 2006vijftig jaarvolmaakte als mijn perfecte, trouwe secretaresse. BIJBELS D A GBOEK© 2007 Ark Boeken – VVHS/BKV, Donauweg 4, 1043 AJ Amsterdam. www. arkboeken. nl Geschreven door Dr. John Stott Vertaling door Dr. Hetty Lalleman Vormgeving door Hans van Eck, Boskoop Coverdesign door Studiogearbox. com Original edition published in English under the title ‘Through the Bible Through the Year: Daily Reflections from Genesis to Revelation’ by Candle Books (a publishing imprint of Lion Hudson plc). Text copyright © 2006 John Stott. Illustrations copyright © 2006 Fred Apps. Copyright © Lion Hudson plc/Tim Dowley and Peter Wyart trading as Three’s Company. De bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling© Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoud Het kerkelijk jaar volgen 7 Van de schepping tot aan Christus: overzicht van het Oude Testament (het leven van Israël) Week 1 De schepping 13 Week 2 De instelling van werk en huwelijk 21 Week 3 De zondeval 29 Week 4 Sociaal verval 37 Week 5 De aartsvaders 45 Week 6 Week 7 De Tien Geboden 61 Week 8 Jozua en de Rechters 69 Week 9 De monarchie 77 Week 10 De wijsheidsliteratuur 85 Week 11 Week 12 De profeet Jesaja 101 Week 13 De profeet Jeremia 109 Week 14 De profeten van de ballingschap 117 Week 15 Terugkeer en herstel 125 Week 16 Beelden van de Messias 133 Week 17 De geboorteverhalen 141 Van Kerst tot Pinksteren: overzicht van de evangeliën (het leven van Christus) Januari tot april Week 18 Reacties op Kerst 151 Week 19 Het viervoudig evangelie van Christus 159 Week 20 De jaren van voorbereiding 167 Week 21 Week 22 Week 23 Week 24 Het Onze Vader 199 Week 25 Week 26 Discussies met Jezus 215 Week 27 Week 28 De bovenzaal 231 Week 29 Het gericht begint 239 Week 30 Week 31 De zeven kruiswoorden 255 Week 32 De betekenis van het kruis 263 Week 33 Verschijningen na de opstanding 271 Week 34 De betekenis van de opstanding 279 Van Pinksteren tot de wederkomst: overzicht van Handelingen, de brieven en Openbaring (het leven in de Geest) Week 35 Voorbereiding op Pinksteren 289 Week 36 De eerste christelijke preek 297 Week 37 De kerk in Jeruzalem 305 Week 38 Tegenaanval van de satan 313 Week 39 De fundamenten voor wereldzending 321 Week 40 Paulus’ zendingsreizen 329 Week 41 Week 42 De brieven aan de Galaten en de Tessalonicenzen 345 Week 43 De brief van Paulus aan de Romeinen 353 Week 44 De twee brieven aan Korinte 361 Week 45 De drie gevangenisbrieven 369 Week 46 De pastorale brieven 377 Week 47 Week 48 De algemene brieven 393 Week 49 Christus’ brieven aan de zeven gemeenten 401 Week 50 Week 51 Gods rechtvaardige oordeel 417 Week 52 Het kerkelijk jaar volgen Uitlegn 1963 werd in Engeland een commissie ingesteld met afgevaardigden uit acht kerkgenootschappen. Zij bracht een onofficieel rapport uit onder de titel kalender en het leesrooster: een heroverweging. Hierin stond het voorstel om in de adventstijd (december) alle aandacht te vestigen op voorbereidingen voor de eerste komst van Christus, zonder te proberen om zijn beide komsten tegelijkertijd te vieren. Het rooster zou zich uitstrekken tot de zondagen na Pinksteren zodat de cyclus van het kerkelijk jaar min of meer compleet zou zijn. Sindsdien zijn er nog diverse andere pogingen ondernomen om de kerk een algemeen aanvaarde kalender en een leesrooster te geven, speciaal voor de Mijn bedoeling met dit boek is echter om een hulpmiddel te bieden voor het persoonlijk geloofsleven. Het is bedoeld om ons te helpen om ieder jaar de complete verhaallijn door de hele Bijbel te herhalen, van de schepping in Genesis tot de voleinding in Openbaring, ongeacht of we bij een zogeheten liturgische kerk horen of niet. Wanneer we het kerkelijk jaar op deze manier bekijken valt het bovendien als vanzelf uiteen in drie even lange perioden van vier maanden. De eerste periode loopt van begin september, het moment waarop het kerkelijk jaar van de Oosters Orthodoxe kerken begint en waarop veel Europese kerken een oogstdankdienst hebben, tot Kerstmis. Deze periode helpt ons om het verhaal van het Oude Testament te herleven van de schepping tot de geboorte van Jezus De tweede periode is van begin januari tot eind april en loopt uit op het pinksterfeest. Deze periode stelt ons in staat om het levensverhaal van Jezus in de evangeliën mee te beleven, van zijn geboorte, via zijn openbare optreden, tot zijn dood, opstanding en hemelvaart, en de gave van de heilige Geest. De derde periode loopt van begin mei tot eind augustus en bestaat uit de weken na Pinksteren. Deze periode stelt ons in staat om het verhaal van Handelingen opnieuw te beleven en om ons te herinneren dat de heilige Geest zowel Gods kracht is voor het leven nu als zijn onderpand voor onze uiteindelijke erfenis wan N H O U D neer Christus terugkeert. In deze periode denken we over het leven als christen en over de christelijke hoop die in de brieven en Openbaring worden beschreven. worden verdeeld; en we zien dat de almachtige God zich heeft geopenbaard in drie Personen, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Bovendien kunnen deze drie drietallen op elkaar worden gelegd in een gezonde trinitarische structuur die de hele bijbelse verhaallijn dekt. In de eerste periode (september – december) denken we na over het werk van God de Vader en over de voorbereiding van zijn volk op de komst van de Messias door het oude verbond. In periode twee (januari – april) denken we na over het werk van God de Zoon en over zijn reddende optreden waarover de evangeliën ons vertellen. In periode drie (mei – augustus) denken we na over het werk van God de heilige Geest en over zijn activiteit zoals die beschreven is in Handelingen, de brieven Wanneer we ons elk jaar dit goddelijke verhaal herinneren, het meebeleven en het vieren, zal dat ons tot een gezond en uitgebalanceerd trinitarisch geloof brengen. Onze vertrouwdheid met de hoofdlijnen en de inhoud van de Bijbel zal toenemen. We zullen ook meer vertrouwen op de God van de geschiedenis, die bezig is geweest en nog steeds bezig is om tot zijn doel te komen voor, tijdens en na het aardse leven van onze Heer Jezus Christus, totdat Hij komt in macht Opmerking over Pasen De tekst van dit boek is zo geordend dat de gebruiker bij elk van de drie delen Het is bijvoorbeeld logisch om te beginnen met het hoofdstuk over de schepping in week 1 (september) en om zo het bijbelverhaal van begin tot eind te volgen. Maar andere lezers zullen willen wachten tot december/januari om te beginnen met ‘De geboorteverhalen’ in week 17. Een derde mogelijkheid is om te beginnen in maart/april. Doordat Pasen steeds op een andere datum valt (in de vijf weken tussen 22 maart en 25 april) kunnen we die niet vastleggen, evenmin als de datum van andere christelijke feestdagen die worden bepaald door de paasdatum. De beste manier om gelijke tred te houden met het kerkelijk jaar is om de datum van Pasen vast te stellen in het jaar waarin u dit boek gebruikt. Tijdens de twee weken voor Pasen kunnen we de meditaties in week 31 (De zeven kruiswoorden) en week 32 (De betekenis van het kruis) lezen. Op Pasen zelf en in de week erna kunnen we de meditaties lezen van week 33 (De verschijningen), en in de daarop volgende week de meditaties voor week 34 (De betekenis van de opstanding). Op deze manier zullen we tijdens de belangrijke weken voor en na Pasen de passende teksten en overdenkingen lezen. We kunnen dan losse en overgebleven overdenkingen inpassen in de gaten die overblijven, en op het juiste moment stilstaan bij Hemelvaartsdag (veertig dagen na Pasen) en Pinksteren (tien dagen daarna). De zondag van de Drie-eenheid, altijd de eerste zondag na Pinksteren, E T K E R K E L J K J A A R V O L G E N 10 | DE E L I A N D E S C H E P P N G T O T A A N H R I S T U V E R Z C H T V A N H E T U D E T A M E N T H E T L E V E N V A N I R A Ë L S E P T E M B E R T O T D E C E M B E R Ons gewone jaar begint op 1 januari, maar het kerkelijke jaar begint met advent (eind november of begin december). In dit dagboek haal ik advent nog weer drie maanden naar voren omdat dat ons een veel langere tijd geeft als voorbereiding op kerst, maar ook omdat het jaar dan in drie gelijke perioden van elk vier maanden kan worden verdeeld. Het is geweldig om zo vier maanden te hebben waarin we ons met het hele Oude Testament kunnen bezighouden, vanaf de schepping tot aan Christus. We richten onze aandacht in de eerste week uiteraard op 1, de schepping. Als de lezer liever het nieuwe jaar begint met de geboorte van Christus is dat echter ook goed mogelijk. Dankbetuigingk ben dank verschuldigd aan Lion Hudson en Baker Books, de oorspronkelijke uitgevers van dit boek, en vooral aan Tim Dowley en Peter Wyart van Three’s Company voor het ontwerp, en aan de illustrator Fred Apps. Ik dank Matthew Smith, mijn studieassistent van 2002 tot 2005, voor zijn zorgvuldige lezing van de hele tekst en voor zijn talrijke suggesties voor verheldering en verbetering. Maar ik sta vooral in het krijt bij Frances Whitehead, die niet alleen het zoveelste handschrift uittypte maar die in april 2006 vijftig geweldige jaren volmaakte als John Stott | 13 Week 1: De schepping‘Niets is mooier en nuttiger dan het boek Genesis, ’ schreef Luther. Ik denk dat we het hiermee wel eens kunnen zijn. Er schuilt in dit boek inderdaad een grote schoonheid; bovendien is het enorm bruikbaar in praktisch opzicht. Hier worden, met name in de eerste hoofdstukken, de belangrijkste beginselen neergelegd van wat de Bijbel ons leert: de heerschappij van God als Schepper, de macht van zijn woord, de oorspronkelijke verhevenheid van de mens, man en vrouw, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, aan wie het rentmeesterschap over de aarde is gegeven, de gelijkwaardigheid en het aanvullende karakter van de beide seksen, de goedheid van de schepping, de waarde van werk en het ritme van werk en rust. Deze centrale waarheden worden allemaal als massieve stenen aan het begin van Genesis neergelegd. Ze vormen de fundering waarop de hele structuur van de Bijbel wordt gebouwd. Het initiatief van de Schepper Van chaos tot kosmos Licht uit het duister Woensdag: De soberheid van het scheppingsverhaal Donderdag: Het beeld van God Zaterdag: | 1514 | Het initiatief van de Schepper Genesis 1:1e eerste paar woorden van de Bijbel vormen een onmisbare inleiding op het geheel. Ze vertellen ons dat we God nooit vóór kunnen zijn of Hem kunnen verrassen. Hij is er namelijk altijd, ‘in het begin’. Het initiatief voor elke handeling ligt bij Hem. Dit geldt in het bijzonder voor de schepping. Christenen geloven dat er niemand buiten God om was toen Hij begon met zijn scheppingswerk. In het verhaal van Genesis 1 komt het feit dat alles om God draait prominent naar voren. God is van bijna ieder werkwoord het onderwerp. ‘God zei’ komt tien keer voor en ‘God zag dat het [zeer] goed was’ zeven keer. We hoeven niet te kiezen tussen Genesis 1 en de huidige kosmologie of sterrenkunde. De Bijbel is nooit door God bedoeld als wetenschappelijk handboek. Sterker nog: het moet voor lezers van Genesis 1 duidelijk zijn dat het hier om een kunstig, schitterend gedicht gaat. Beide verhalen over de schepping (het wetenschappelijke en het poëtische) zijn waar. Ze komen alleen vanuit verschil Wanneer de Apostolische Geloofsbelijdenis ons geloof bevestigt in ‘God de Vader, de Almachtige’, verwijst dit niet zozeer naar zijn almacht als wel naar het feit dat Hij bestuurt wat Hij gemaakt heeft. Wat Hij geschapen heeft onderhoudt Hij ook. Hij is aanwezig in zijn wereld en houdt deze voortdurend in stand, geeft er leven aan en ordent alle dingen. Hij laat de zon schijnen en de regen vallen. Hij voedt de vogels en bekleedt de bloemen. Nogmaals: dit is poëzie, maar het is waar. Daarom is het wijs en verstandig wanneer kerken een jaarlijkse dankdienst voor de oogst houden en wanneer christenen danken voor de maaltijd. Dat is goed, en het helpt ons ook om zo regelmatig te erkennen dat wij van onze trouwe Schepper en Onderhouder afhankelijk zijn voor het leven en alle dingen. Om verder te lezen: Matteüs 5:43-45 en 6:25-34 Van chaos tot kosmos De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. Genesis 1:2oewel Jesaja ons verzekert: ‘niet als chaos schiep hij de aarde, maar om te bewonen heeft hij haar gevormd’ (Jes. 45:18), was de aarde eerst leeg, vormloos, donker en onbewoonbaar. Stap voor stap zien we in Genesis 1 hoe God de wanorde en de chaos vermindert, zodat er steeds meer orde en kosmos ontstaat. De auteur van Genesis 1 begreep kennelijk dat de schepping een proces was, zij het dat de duur ervan niet vaststond. Dit proces wordt levendig beschreven in vers 2. Sommige vertalers zien het als een verwijzing naar een onpersoonlijk fenomeen, zoiets als een storm op zee. De New Jerusalem Bible geeft het bijvoorbeeld zo weer dat er een ‘goddelijke wind over de wateren waait’. Maar ik ben het met andere uitleggers eens dat er in dit verband niet verwezen wordt naar de wind maar naar de persoon van de heilige Geest zelf, van wie de scheppende activiteit vergeleken wordt met een vogel die boven haar jongen vliegt. Vervolgens zinspeelt de auteur ook nog op het Woord van God door te schrijven: ‘En God zei’. In Psalm 33:9 staat: ‘want hij sprak en het was er…’ Het lijkt mij geen inlegkunde als we hier een verwijzing naar God de Vader zien, naar zijn Woord, en naar zijn Geest. Met andere woorden: naar de Drie-eenheid. In deze tijd waarin vaak overmatig veel nadruk wordt gelegd op een van de Personen van de Godheid, is het een gezonde zaak om terug te blijven keren naar de drie Personen. Ja, het is belangrijk om op te merken dat de Bijbel vanaf de allereerste verzen getuigt van de Drie-eenheid. Aan het begin van onze bestudering van de Bijbel mogen we met blijdschap erkennen dat we trinitarische christenen zijn, christenen die geloven in de Drie-eenheid. Om verder te lezen: Psalm 104:29-31 A N D E S C H E P P N G T O T A A N H R I S T U E E K 1: C H E P P N G | 1716 | Licht uit het duister God zei: ‘Er moet licht komen, ’ en er was licht. Genesis 1:3et kleine gebied van Israël zat klem tussen het machtige rijk Babel in het noorden en dat van Egypte in het zuiden. In die beide landen was een vorm van aanbidding van zon, maan en sterren populair. In Egypte was het centrum van de cultus van de zon de plaats On, waarvan de Griekse naam Heliopolis luidde, ‘de stad van de zon’, een paar kilometer buiten Caïro. In Babylon hadden sterrenkundigen reeds uitgebreide berekeningen ontwikkeld om de bewegingen van de vijf planeten die ze kenden te beschrijven. Ook begonnen ze al kaarten te maken van de hemel. Daarom is het helemaal niet zo verrassend dat veel leiders in Israël onder invloed kwamen van dit soort religies om hen heen. Toen Ezechiël dus vijfentwintig mannen zag, zo beschrijft hij, die ‘met hun rug naar de tempel’ stonden ‘met hun gezicht naar het oosten, en ze bogen zich in aanbidding neer voor de zon’ (Ez. 8:16), schrok hij enorm. Ook Jeremia veroordeelde de leiders van het volk omdat ze ‘de zon, de maan en het sterrenleger aan de hemel’ dienden (Jer. 8:2). Tegen deze achtergrond van afgoderij moeten we Genesis 1 lezen en uitleggen. De Egyptenaren en de Babyloniërs aanbaden de zon, de maan en de sterren; de auteur van Genesis benadrukt dat deze geen goden zijn die men moet aanbidden maar dingen die door de ene ware God zijn geschapen. God beloofde Abraham zoveel nakomelingen ‘als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee’ (Gen. 22:17). Het opmerkelijke is dat de vergelijking van zand en sterren behoorlijk precies is als we in aanmerking nemen wat wij nu weten over zo’n honderd miljard sterren in ons sterrenstelsel en over nog miljarden andere sterrenstelsels miljarden lichtjaren bij ons vandaan. De apostel Paulus vatte Gods koninklijke fiat ‘er moet licht komen’ op als een model voor wat er bij de nieuwe schepping gebeurt. Hij vergelijkt het onbekeerde hart van de mens met de duistere oerchaos en de wedergeboorte met Gods scheppende bevel ‘er moet licht komen’. Dit was in elk geval zijn eigen ervaring. ‘De God die heeft gezegd: “Uit de duisternis zal licht schijnen, ” heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus’ (2 Kor. 4:6). Om verder te lezen: 2 Korintiërs 4:3-6 Woensdag De soberheid van het scheppingsverhaal God zei: ‘Er moet… komen…’ En zo gebeurde het. En God zag dat het goed was. ( Gen. 1:6, 9-10)r wordt vaak beweerd dat er opvallende parallellen zijn tussen de scheppingsmythen uit het Oude Nabije Oosten (in het bijzonder het Babylonische epos ‘Enuma Elisj’) en het bijbelse scheppingsverhaal in Genesis 1. Wat echter vooral opvalt bij de Babylonische en de bijbelse verhalen is niet waarin ze op elkaar lijken maar waarin ze verschillen. In plaats van het Babylonische verhaal te kopiëren bekritiseert Genesis 1 de belangrijkste godsdienstige elementen ervan en stelt deze ter discussie. In de Babylonische mythen kibbelen en vechten de goden met elkaar. Ze zijn amoreel en zijn onberekenbaar. Mardoek, de meest verheven godheid, valt de moedergodin Tiamat aan en doodt haar. Hij deelt haar lichaam vervolgens in tweeën waarbij de ene helft de lucht wordt en de andere helft de aarde. Het is een opluchting om vanuit dit primitieve polytheïsme naar het moreel hoogstaande monotheïsme van Genesis 1 te gaan. Daarin wordt de hele schepping aan het bevel van de enige ware, heilige God toegeschreven. Volgens het boek Openbaring richt de eeuwige lofprijzing in de hemel zich ook op de Schepper:‘U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: van alles wat er is’ Openbaring 4:11 Natuurwetenschappers zullen doorgaan met hun onderzoek van de oorsprong, de aard en de ontwikkeling van het heelal. Maar theologisch gesproken is het voor ons voldoende om te weten dat God alle dingen door zijn wil heeft geschapen; die wil wordt uitgedrukt in zijn eenvoudige maar majestueuze Woord. Want dat is het herhaalde refrein van Genesis 1: ‘God zei…’ Bovendien zag God ‘dat het goed was’ toen Hij bezag wat Hij had gemaakt. Daarom mogen wij ons verheugen in al Gods geschapen werk, of dat nu eten of drinken is, huwelijk of gezin, kunst of muziek, vogels, andere dieren, vlinders, en daarnaast nog veel meer dingen. Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen…1 Timoteüs 4:4 Om verder te lezen: Jeremia 10:12-16 A N D E S C H E P P N G T O T A A N H R I S T U E E K 1: C H E P P N G